19
sen duidelijk dat de Veerse predikant de
revolutionaire dichter inderdaad van zijn
communistisch geloof heeft afgeholpen.
Daarbij is ongewis hoe dit contact is verlo
pen. Was de dominee naar de zondaar
gestapt? Zocht de zoekende dichter zelf
contact? Zou de domineeszoon met zijn
nieuwe vriendin in Veere geestelijk voedsel
hebben gezocht? Was er een medium, met
andere woorden heeft Beversluis Jaap van
de Guchte bij een gezamenlijke kennis
ontmoet? Wat bij dit alles opvalt is dat de
bruiloftsgang van Van de Guchte "een
voortgaan" was "op den reeds aangevan
gen weg". Met andere woorden, terwijl
Beversluis gedurende het jaar 1936 niet in
Veere woonde en daar slechts incidenteel
verbleef, waren er al evangeliserende ge
sprekken. Hoe dan ook, in de periode na
zijn huwelijk triomfeerde het zegenrijke
werk van dominee Van de Guchte: Bever
sluis was min of meer christen, althans op
de goede weg. Voortaan wilde hij als "strij
der Gods" door het leven gaan, "onverbid
delijk voor wie Hem tegenstaat", zoals hij
korte tijd later sprak in een interview in De
Standaard, het dagblad van de gerefor
meerde wereld.
Naar Blaricun
Beversluis vertrok na de huwelijkssluiting
met zijn tweede echtgenote naar Blaricum
en deed wat zijn hand vond om te doen,
om de negende psalm te citeren. Al liet zijn
Johanna zich daar pas op 12 mei 1937
inschrijven.2 Waarvan Beversluis in 1937
en 1938 leefde behalve van de poëzie en
de liefde, is onduidelijk. Zeker is dat hij nog
korte tijd actief was voor de communisti
sche partij, dat hij veel schreef en behoor
lijk wat publiceerde. Vervolgens ging hij
werken voor de protestants-christelijke
uitgeverij Bosch Keuning. Een van de
activiteiten die Beversluis voor de uitgeverij
op zich nam was de redactie van een
nieuw literair tijdschrift. In de wereld van de
christelijke letteren was toen tamelijk veel
in beweging. Al jaren bestond het tijdschrift
Opwaartsche Wegen, maar verschil van
mening leidde geheel volgens de gerefor-
Martien Beversluis, 1932. (wikipedia)
meerde traditie tot een scheuring. Enkele
redactieleden, onder wie de uit Middelburg
afkomstige leraar Jo van Ham, begonnen
een nieuw tijdschrift, De Werkplaats. Dat
leidde twee jaar lang een moeizaam be
staan tot het eind 1937 werd opgeheven
en min of meer werd overgenomen door
het tijdschrift Elckerlyc, uitgegeven door
Bosch Keuning. Van Ham en Beversluis
gingen deel uitmaken van de redactie.
Materiële omstandigheden en geestelijk
voedsel hebben in deze tijd Beversluis
doen veranderen van richting. Hij moest