21
sluis bood aan Mej. Huinink een prachtuit
gave van het dichtwerk aan; bovendien
moest zij veel bloemen in ontvangst ne
men. Staande zongen alle aanwezigen
twee coupletten van het Wilhelmus. Een
avond, die lang in herinnering zal blijven."
Nogmaals de dominee
Voor Van de Guchte zelf was het conflict
over zijn bezoek aan de bruiloft van de
Beversluizen niet het einde van de proble
men. De relatie tussen Van de Guchte en
de Gereformeerde Kerk van Veere raakte
in 1938 in een nog veel ernstiger crisis. De
Veerse dichter was hier eveneens bij be
trokken, zij het indirect en op afstand. Wat
gebeurde er?
In Veere woonde sinds december 1930 de
kunstenares Jacoba van Hoboken (1900
1962), telg uit een welgestelde Rotterdam
se redersfamilie die het 'land van Hoboken'
en het landhuis Dijkzigt bezat. Jacoba, die
Jemmy genoemd werd, groeide op in Was
senaar. Ze volgde omstreeks 1920 lessen
in het Haagse atelier van Han van Meege
ren, de bekende tekenaar en latere verval
ser. Het is mogelijk dat Van Meegeren zijn
leerlinge gewezen heeft op het bekoorlijke
Veere en het artistieke leven ter plaatse. In
1918 was Van Meegeren op bezoek ge
weest bij Albert Ochs die exposities organi
seerde in de Schotse Huizen. Bij die gele
genheid had hij een tekening in het
gastenboek gemaakt.
In november 1932 was de schilderes Bas
van der Veer bij Jemmy van Hoboken ko
men wonen in de Kapellestraat, in huis
Den Eenhoorn. De liefde gaat, de liefde
komt. Deze keer in de persoon van domi
nee van de Guchte. Wanneer ze elkaar
leerden kennen is niet bekend, maar het
valt niet uit te sluiten dat de kennismaking
via de Beversluizen is verlopen. Het is
immers opvallend dat de dominee en de
kunstenares die respectievelijk sinds eind
1930 en midden 1931 in Veere woonden,
elkaar pas vertrouwelijker leerden kennen
in de winter van 1937/'38 of het vroege
voorjaar van 1938. En bovendien zou Jem
my van Hoboken op korte termijn boeken
Jo Beversluis-Verstraate alias Dignate Rob-
bertz. Uit: 'West-Vlaanderen', tweemaandelijks
tijdschrift voor kunst en cultuur. Uitg. Christe
lijk Vlaams Kunstenaarsverbond, 1956. (ZB,
Beeldbank Zeeland, Magazijn 6216A2)
voor Jo Verstraate illustreren. De veronder
stelling dat het liefdesvuur in de schaduw
van de Beversluizen ontbrandde, ligt dan
ook voor de hand. Uit het vervolg zullen
nog enkele coïncidenties blijken.
Wie de kerkenraadsverslagen van de Ge
reformeerde Kerk van Veere raadpleegt,