22 nu licht Praeses, ouderling Johan de Jon ge, de gebeurtenissen die deze week met den D[ienaar] des Woords Ds. V.d. Guchte toe, welke zonder eenige mededeeling Maandag Veere verliet en thans verblijf houdt in Blaricum." Het adres is niet be kend, maar waar anders dan bij Beversluis zal hij onderdak hebben gevonden? Vanuit Blaricum heeft de predikant een brief ge richt tot de kerkenraad waarin hij verzocht "hem een verloftijd van 2 weken toe te staan op advies van Prof. dr. Waterink." Jan Waterink was op dat moment rector magnificus van de Vrije Universiteit en Van de Guchte had hem tijdens zijn studie aan de VU leren kennen. Waterink was een autoriteit in gereformeerde kring.3 Twee kerkenraadsleden hadden in die week al overleg gevoerd met dominee A.C. Heij, de Han van Meegeren, 1945. (wikipedia) treft weinig aan over de aanloop van wat de zaak-Van de Guchte werd. Het werd pas menens op 28 maart 1938. Op die maandagmorgen verliet dominee Van de Guchte zijn pastorie, zijn zwangere vrouw met de twee jonge kinderen en vertrok hij naar het Gooi. Aanvankelijk speelde onder de achtergebleven gemeente- en kerken raadsleden niet veel meer dan dat de do minee in overspannen toestand het hazen pad had gekozen, maar in een latere notitie werd gesproken van "een zondige weg", zodat we met een gerust hart kunnen con cluderen dat de dominee niet zonder reden over zijn toeren was. Het verslag op de eerste kerkenraadsver gadering na zijn vertrek luidt als volgt. "Als-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 24