34 ging weg en ze schaften een kleiner vrachtwagentje aan, een Hanomag. Adri- aan stopte of overleed en de Bedford ging op den duur ook weg. Wat er nog te ver voeren overbleef deed mijn vader meestal Verschillende keren ben ik mee geweest naar Maassluis, om zakken met prefab houtjes af te leveren voor een kistenfa- Renesse, zomer 1974. Broertje Rijkjan gaat op kamp. Pa Koppejan brengt de bagage en de fietsen. (coll. Koppejan) briekje aldaar. En ik herinner me dat mijn vader in de jaren zestig nog eens een dag je heen en weer heeft gereden van de ge denknaald aan de Rouaansekaai naar de kistenfabriek om een binnenscheepje hout leeg te rijden. Op het allerlaatst, in 1974/'75, reed vader nog vaak naar Goes om kisten af te leve ren voor de lijmfabriek Perfecta. In die peri ode stopte Goedbloed met de fabricage van kisten en ging over op de verkoop van doe-het-zelfartikelen. Nadat houthandel Alberts was opgeheven vertelde vader me dat hij een contract kon krijgen bij Haringman Beton in Goes. Daar zou hij dan dagelijks betonnen elementen moeten rondbrengen tegen een tarief van vier gulden per ton. Het Volvootje, een zeventonner, zo rekende hij me voor, kon dat nooit opbrengen. In dit contract is hij gelukkig niet getrapt. Janplezier Daar zat Jan Koppejan dan, met zijn laat ste vrachtauto die ook al een beetje op leeftijd was. Waar moest hij aan de slag? Hij kon internationaal gaan rijden, maar dat wilde hij niet. Wel had hij nog steeds zijn weiland en zijn stallen. En ook een koetsje dat hij al eerder had gekocht om eigenhandig op te knap pen. De keuze was snel gemaakt. Er kwa men nog meer koetsen en een aantal paar den, we bouwden zelf een janplezier en hij kocht een paardentram. Koppejan werd stalhouder. Dat werk heeft hij tot in 2001 gedaan. Het was zo'n prachtige periode dat ik daar ook nog graag een aparte publicatie aan wil wijden. Wordt vervolgd, dus. A.R. Koppejan

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 36