Nieuwe uitgaven 42 'k heleze IK BEN 1 ^'SSINGEN Wie is Vlissingen? Toen ik een halve eeuw geleden vanuit het midden van het land in Middelburg kwam wonen, was de animositeit tussen Middel burg en Vlissingen al zo'n beetje geluwd. In de jaren zestig waren na voetbalwed strijden tussen de twee Walcherse steden regelmatig matpartijen ge weest. Maar ik ging in Vlissin- gen werken, deed dat veertig jaar lang en heb me als Mid delburger daar nooit gediscri mineerd gevoeld. Je kon in de jaren zeventig in Vlissingen trouwens gezelliger stappen dan in Middelburg en in de loop van de jaren heb ik wel geleerd dat Middelburgers wat vormelijker, gereser veerder zijn dan Vlissingers. Ik werd lid van Zeelandia omdat mijn vrouw daar ging voetballen. Jazeker, Zeelandia was een van de eerste voetbalclubs in Zeeland met een vrouwenelftal; Oostkapelle beet het spits af. Bij Zeelandia heerste een bijna- Vlissingse sfeer. Het was de club van de gewone man, met veel minder kapsones dan de andere club op hetzelfde sportcom plex, Middelburg. Later zouden de twee voetbalclubs fuseren. Een paar oudgedien den van Zeelandia haakten toen af. Standsbewustzijn speelde altijd nog een rol. De verschillen tussen Middelburg en Vlis- singen worden nog weleens aangedikt. De gebroeders Antheunisse deden dat enkele jaren geleden tijdens hun boottochtjes door de Middelburgse 'grachtengordel'. Bij het passeren van de Vlissingsebrug kregen ze de naam van die brug niet uit hun strot. Ook met de Vlissingsestraat lukte het niet. Door onwetenden werd er minzaam om geglimlacht, maar als er oude Middelbur gers aan boord waren dan werd er gebruld van het lachen. De steden hebben natuurlijk elk hun eigen charme en dat geldt ook nog altijd voor hun inwoners. Tussen september 2014 en april 2020 schreef Helge Prin sen kleine stukjes in de Vlis- singse Bode waarin telkens een Vlissinger werd geportret teerd. Dat gebeurde in zeven alinea's, met een foto erbij. Die stukjes heeft Helge nu gebun deld in een handzaam boekje. Nou ja, om het handzaam te houden moest ze een selectie maken, waarbij een kleine tweehonderd portretjes overbleven. Ze komen er duidelijk in naar voren, de Vlis- singers. Ze winden er geen doekjes om, zeggen waar het op staat en dus krijgt het gemeentebestuur er flink van langs. Dat heeft er een potje van gemaakt, met de versnippering van het winkelgebied, de inrichting van de boulevard, het wasbord in de Spuistraat (een "meeuwenwasstraat") en nog veel meer. Ook de dreigende ver kwanseling van het Nollebos zit menigeen dwars. Desondanks is er heel veel om trots op te zijn: de "boule", de zee, het licht, en vooral de manier waarop Vlissingers met elkaar omgaan. De losse artikelen krijgen een heel aparte dynamiek als je het boekje in een keer uitleest - en dat gaat vanzelf. De telkens terugkerende zeven alinea's, gebaseerd op evenzoveel vragen in een vaste volgorde, komen aanvankelijk nogal geforceerd over maar leiden al snel tot een cadans waarin

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 44