5
uitstekende conservering van de kat. Hoe
kon een kwetsbare kattenmummie al die
eeuwen ongeschonden doorstaan? De
Grote Kerk kent immers een turbulente
geschiedenis. De soldaten van Napoleon
hielden er begin negentiende eeuw flink
huis. Ze timmerden ramen dicht, sloegen
grafzerken stuk en brachten diverse ver
diepingen en verdelingen aan in de kerk.
Ook later werd het monumentale gebouw
voor diverse doeleinden ingericht.
De grootste catastrofe in de Grote Kerk
was echter de brand van 1686. Op 25 mei
van dat jaar veroorzaakten onvoorzichtige
dakwerkers een niets ontziende brand die
het dak van het middenschip in lichterlaaie
zette en de centrale vieringtoren deed in
storten. Deze immense brand moet een
dramatische impact hebben gehad op de in
de kerk aanwezige relicten. Toch bleef de
ingemetselde kattenmummie gespaard. Als
Gries daadwerkelijk rond de zuidelijke
muur van het zuidtransept ingemetseld
was, kan dat een verklaring zijn voor het
feit dat hij ongeschonden uit de vlammen
zee gekomen is. Aangezien de kern van de
vuurhaard zich centraal op het midden
schip bevond, is het niet onaannemelijk dat
het noordelijke en het zuidelijke transept
deels de dans ontsprongen zijn of een stuk
minder aangetast zijn door het vuur.
Het transept van de Grote Kerk is vandaag
aan de binnenzijde onherkenbaar veran
derd. De vloer is opgehoogd en er zijn
kantoren, vergaderzaaltjes, opslagruimtes
en sanitair in aangebracht. De hoop op het
aantreffen van bouwsporen die terug kun
nen leiden naar de werken uit het midden
van de twintigste eeuw is hierdoor gering.
Omzwervingen
Na de ontdekking van Gries door metse-
laar Kees Luijk werd de lugubere vondst
gepresenteerd aan de burgemeester van
Veere, Idzerd Frans den Beer Poortugael.
Dit is het begin van een opmerkelijke
zwerftocht die door Jan Midavaine in De
Wete van oktober 2008 nauwgezet in kaart
is gebracht. Na een jarenlang verblijf op de
zolder van de burgemeesterswoning
Gries in antiekhandel Abbey Green Antiques,
Utrecht. (foto Jörgen Caris, Trouw)
schenkt Den Beer Poortugael de kat aan
zijn oudste dochter Machteld en haar man
Thomas Peter van Laarschot. Gries ver
huist rond 1963 naar hun nieuw opge
bouwde hotel De Patrijs in Colijnsplaat
waar hun dochter Marianne hem geregeld
voor haar ontstelde vriendinnen tevoor
schijn haalt en hij zelfs een tijdje op de
toog van de gelagzaal wordt geëxposeerd.
Als De Patrijs rond 1985 door Machteld en
Thomas Peter ingeruild wordt voor een
woning in Wissenkerke gaat Gries in een
cadeauverpakking naar een kennis in Vee-
re. Wie dat was, is niet bekend.
Ook deze kennis raakt op den duur uitge
keken op het gemummificeerde dier en via
via wordt de kat rond de eeuwwisseling
verkocht aan Abbey Green Antiques van
Jos te Water Mulder in Utrecht. Als Gries
vervolgens in 2001 met antiquair Te Water