Vo ir hef eersl' een herdenking Vier caissons en een expositie Tot I eel lang na de Ramp is officieel weinig aan herden kingen en informatie gedaan. Alle aandacht ging naar de opbouw en naar het Deltaplan. Er is aan de menselijke kant, het verdriet van families, niet veel aandacht ge- schorken, behalve in kleine kring. In verschillende kerken en in sommige dorpen gebeurde dat op beperkte schaal natuurlijk wel.' Ria is zelf haast verbaasd dat het zolang heef' geduurd voordat de Ramp van 1953 een plek in de gesel iedenis kréég. Misschien was het verdriet te groot om over te spreken. '199 3 was een keerpunt. Toen vond voor het eerst een Nationale Herdenking plaats met de Koningin erbij en veel buitenlandse gasten vanwege de vele buitenlandse hulp die ein 1953 geboden is. Bij de bevolking zelf leek er aanvankelijk weinig belangstelling voor. Het vas die herdenkingsdag mistig en koud, 1 februari 199 Ik volgde thuis de plechtigheden op de televisie, 's M; Jdags ging ik naar de kranslegging. De Last Post wero geblazen en er zat slechts een handvol mensen op de t bune. Er waren weliswaar weinig burgers op dat mor ent, maar wat er wél gebeurde, was dat gemeenten en v aterschappen tentoonstellingen gingen inrichten en info: matie gaven. Particulieren richtten etalages met foto's over de Ramp in.' Er was iets op gang gekomen. 'Ikv as actief in een cultuurhistorische werkgroep die zich met sporen in het landschap bezighield en daar hoorden natuurlijk ook de sporen bij die het water had achterge- late In 1997 richtte de werkgroep de Stichting Cais sons Ouwerkerk op en werd een begin gemaakt met het museum in één caisson. Het moest wind- en waterdicht wor ien gemaakt, er moesten deuren in, toiletten aange- legc rioleringsbuizen en telefoonaansluitingen moesten doo getrokken worden. 'We zijn in 2000 begonnen met een proefopstelling. Twee maanden lang was de tentoonstelling vrij toegankelijk en iedereen mocht met ideeën komen. Er kwamen vier duizend mensen.' Ria relativeert de toeloop: 'We reali seren ons goed dat die belangstelling er ook was omdat niemand nog ooit in een caisson was geweest. Dit was een unieke gelegenheid, ledereen riep hoe mooi het was en hoe bijzonder.' Dat gaf vertrouwen in de toekomst. Niet alles ging van een leien dakje. 'Klimatologisch was het begin een ramp. Tijdens de wintermaanden moest de tentoonstelling dan ook gesloten worden omdat het te koud en te vochtig was. Dat is nu verbeterd.' Het eerste officiële jaar, na de opening op 2 april 2001 kwamen er in de zomermaanden vijfentwintigduizend bezoekers. Dat had niemand durven hopen. 'We kwamen in iets groots terecht.' In het herdenkingsjaar 2003 kwam de Koningin in het museum op bezoek. De media kwamen in groten getale op het Watersnoodmuseum af. In dat jaar werd het watersnoodmonument op de dijk bij de caissons geplaatst. Er kwamen dat jaar vijftigduizend bezoekers. Het kon niet op. Na het herdenkingsjaar 2003 liep het be zoekersaantal wat terug, maar intussen hadden scholen en andere groepen de caissons met de indrukwekkende ten toonstelling ontdekt. Na de tsunami in Azië en de orkaan Katrina in Amerika was er extra veel belangstelling. Toen in 2005 de plannen voor uitbreiding van het museum werden gepresenteerd, viel dat in vruchtbare aarde. Voor 2003 was er slechts een klein groepje mensen bezig met de geschiedenis van de Ramp. Twee jaar later stortten pers en publiek zich massaal op dit deel van het verleden dat met de niet meer te ontkennen klimaatverandering weer actueel dreigt te worden. Ria gaat opnieuw geld verzame len om de mooie ideeën - vier caissons en een expositie waarin voor de actualiteit en de toekomst een grote rol wordt weggelegd - mogelijk te maken. Er zijn spannende momenten geweest. 'Vlak voor de oplevering bleek er lekkage in het dak. Dat was rampzalig. Voor het publiek was er gelukkig niets van te merken.' Wat het museum betreft, heeft Ria het stokje doorgege ven aan Jaap Schoof. Ze probeert haar project los te laten en is vooral actief in het onderhouden van de contacten met geldverstrekkers en met nieuwe vormen van kustver dediging. Ze kan tevreden zijn. I

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 101