'...ik ben er nog lang nieL' 'Het is niet zoals bij Idols, dat je van de ene op de andere dag beroemd bent. Dit gaat heel langzaam, zieltjes win nen. Elk concert proberen de mensen te overtuigen, dat ze denken "te gek". Ik ben er nog lang niet. Ik heb het idee dat dit pas het begin is. Laten we het hopen in elk geval. Ik wil nog veel verder komen, de komende jaren, met mijn nieuwe cd. Ik ben nu al met de derde bezig. De nieuwe cd breng ik onder in mijn eigen platenlabel, alles is eigen. Ik produceer het zelf, ik maak het zelf. Alles heb ik zelf in handen. Het heeft wel z'n voordelen, een platenmaat schappij. Maar ik vind het fijn om het zelf te doen. Omdat ik ook heel erg geïnteresseerd ben in de productiekant. Ik doe dat helemaal zelf. Er moet alleen iemand op 'opne men' drukken.' Rik Mol staat graag vooraan, weet wat hij wil, maar is geen uitgesproken solist. Hij werkt graag samen met men sen met wie het klikt. 'Ik denk dat chemie heel belangrijk is, datje een soort familietje bent. En zeker als je met elkaar weg bent. Het is heus niet altijd zo dat we eersteklas vliegen. Het is soms een hele tour om het allemaal rond te krijgen. Het is dus belangrijk dat je heel goed met elkaar kunt opschieten en dat het klikt. Zulke mensen heb ik gelukkig om mij heen. Ik kan ermee lezen en schrijven. Ook met mijn eigen band Die wisselt nog wel eens van samenstelling, maar dat zijn echt prettige mensen. Mensen op wie ik kan bouwen.' Een druk bestaan. Is er nog wel tijd om af en toe te genie ten van het succes 'Dat doe ik ook wel, maar ik vind dat je altijd vooruit moet blijven kijken. Mijn nieuwe album is weer heel anders dan mijn eerste. Het is natuurlijk altijd een momentopname, zo'n cd. Je hoort mij er wel sterk in terug. Het is niet he lemaal anders opeens. Je hoort wel andere invloeden. Het is veel poppy'er inderdaad. Het is hoorbaar dat ik ook ooit naar de discotheek ben geweest.' 'Ik heb een tijd veel reclamemelodieën gemaakt, ook voor televisie, dus ik heb wel heel veel geschreven f

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 115