De aannemers Van Oord en Boskalis die in een niet ongewone combinatie de klus in de wacht sleepten, zijn eraan begonnen. Een paar dagen eerder is de verbinding tussen zee en land gemaakt. De oudste ('ik doe dit al de tig jaar') van het vijftal dat hier aan het werk is, vertelt graag hoe het zit. Bijvoorbeeld dat de leiding van ruim een kilometer lang van de Maasvlakte kwam vanwaar hij, aan be de kanten hermetisch gedicht en met lucht volgepompt ('dat drijft lekker'), in zijn volle lengte naar de kust van West-Zeeuws-Vlaanderen is gesleept en daar tot zinken gebracht. Maar dan kom je onderweg nogal een paar schepen tegen, toch? 'Ja, daarom wordt de scheepvaart gewaarschuwd: slang op het water. Schepen moeten dit soort transporten altijd voorrang geven.' Ook de nieuwsgierige toerist, al loopt hij niet zelden in de weg, krijgt geduldig uitleg. 'Woher kommt das Sand?' wil er een weten. 'Fünfzig Kilometer weiter, aus das Meer', kl nkt het antwoord. Je talen leer je ook in deze internatio nale branche. H:er opbouw, en een strandpaviljoen, Matour, dat zijn voordeel doet met de belangstelling voor het ongewone werk. Verderop afbraak van een paviljoen dat weg moet wezen voor de opspuitingen. De inventaris van het Beach House gaat al op de kar, het strand af. Het voorbije week end nog feest gevierd ten afscheid, met vaste klanten en personeel. Daar denkt René Blankesteijn wel met plezier aan terug. Maar nu... Nu gaat het echt beginnen. Op deze gure septemberdag. Als we 10 oktober terugkomen, ligt het strand er nogal leeg bij. Afgezien dan van strandwandelaars met honden die je het hele jaar door hebt, en een enkele familie die profiteert van de straffe wind door vliegers op te laten (en denk dan niet aan die onnozele papieren speledingetjes van vroeger; nee, die zijn allang doorontwikkeld tot even ingenieuze als onverwoestbare hemelbestormers). Nog geen hopperzuiger te bekennen, maar de strandten ten zijn weg. Zelf de sloop gemist wegens een vakantie aan de Mediterranee. Omdat die nog vers in het geheugen ligt, dringt een vergelijking zich op. Daar waren de stranden bepaald nog niet leeg; daar steek je deze tijd van het jaar met een beetje geluk je voeten nog in zeewater van 22 graden, zit je behaaglijk tot laat op een terras, strelen de pastelkleuren van de Provence je ogen, ervaar je een warm bad. Hier is de zomer alweer lang voorbij, wat we vandaag zien is grimmig en koud. Geen warm bad. Maar ook mooi. Anders mooi. Helderder. Zie de lucht die steeds verder openbreekt en alle kanten opkleurt, van romig wit tot donkerblauw. De zon verspringt door de gaten. Dan weer valt ze op een Walchers duin, dan mag een eenzame zeiler profiteren, dan is het Killetje aan de beurt. Waar wij zijn. Dit is niks minder mooi. Vanwege andere klusjes die ertussen kwamen is de aanne mer nog niet begonnen met het opspuiten, maar hij is er wel klaar voor, blijkt bij strandpaviljoen Matour. Hier liggen de elementen van de pijpleiding waardoor straks het natte zand wordt geperst, kruiselings over elkaar opgeslagen, de bovenste rij als een batterij kanonnen naar zee gericht; en wat verderop staan de bulldozers in het gelid, klaar om het opgespoten zand keurig te modelleren. Niet voor niets is op het terras van Matour een feesttent met dubbele punt opgetrokken. Karla was here! Commis saris van de Koningin Karla Peijs verzette pas een hoopje zand bij wijze van officiële starthandeling. Zo zette ze ook een beetje druk op de aannemer: denk eraan, je moet wel in december klaar zijn, ga er eens aan beginnen. Dit geheel in de geest van de andere paviljoenhouders die met lede ogen aanzien dat ze nog makkelijk een paar weken langer open hadden kunnen blijven en die 'm bovendien beginnen te knijpen dat ze niet op tijd met de herbouw kunnen beginnen. 'Maar het komt goed', heeft de aannemer verzekerd. Weekends kennen ze niet, de kustverdedigingswerkers. Volcontinu stomen ze door. Het is niks bijzonders dat het op zaterdag 31 oktober dan toch echt is begonnen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 149