Hef oogf simpel
Trip uif een jongensboek
gen, allemaal moeten ze ook 's nachts en in de weekends
werken. Dit zijn 24-uurs klussen. Zelf gaat de stortbaas
een week op en een week af. In een werkweek is hij elke
dag twaalf uur onafgebroken op het strand, in een dienst
van zeven tot zeven, om en om dag en nacht. Da's 84 uur
in de week! 'Het is zwaar, maar mooi werk. Dan neem je
dat graag voor lief.'
H kan nog genieten van het steeds wisselende schouw
spel, ook als er bij het invallen van de duisternis van het
anders zo weidse decor niet meer overblijft dan knipperen
de boeien, de roterende lichtbundel uit de vuurtoren van
Westkapelle, en schepen die als omgevallen kerstbomen
over zee glijden.
Ais de zon onder is, wordt de werkplek een stuk kleiner.
Felle lampen doorboren het duister. Ze lichten schuimende
golfkoppen uit en werpen lange schaduwen over het
strand, een patroon waar de bulldozers met hun eigen
koplampen dan weer dwars doorheen schieten. Escher
had hier in zwartwit nog mirakelse dingen mee kunnen
doen. De nu en dan fel oplichtende oranje overalls moest
hij dan maar wegdenken.
Bij het Killetje heeft het werk op 24 november een andere
wending genomen. De Seaway en de Shoreway (het
kleintje dat er nu toch even uitligt door de harde wind) zijn
klaar met het opspuiten van het strand. Verder westelijk
reiken hun pompen niet, vanaf Matour moet de Oranje,
sinds enkele dagen geholpen door de Utrecht van Van
Oord, dat karwei nu afmaken.
Aan de Breskense kant is fase twee ingeluid. De pijplei
ding is over de speciaal opgeworpen dam getild om het
nieuwe duin op te spuiten. De pijp braakt zijn inhoud uit
op het hoogste punt naar een flauwe helling die evenwij
dig aan de kustlijn loopt en die een goeie honderd meter
verder eindigt op strandhoogte. Terwijl het goedje omlaag
stroomt bezinkt het zand en onder aan de helling vloeit
het water door een gat in de dam terug richting zee. Dat
zoekt zijn weg wel, zo simpel is het.
Zo simpel oogt het. Ook de aanleg van de erosieberm net
voor de kust, waar ze nu tussen Matour en het Kruishoofd
bij Nieuwvliet aan begonnen zijn, lijkt zo'n peulenschil. Een
kwestie van de pijp een eindje opschuiven richting de zee;
zo wordt het zand geacht zich pal voor het strand - maar
wel onder water - op te hopen tot een slijtlaag die in de
loop van jaren door tij en golven aan land zal worden ge
stuwd. Het is een voorschot op noodzakelijk onderhoud.
Simpel? In de schemering liggen twee schepen, waarop
de verlichting met een knipoog naar december feestelijk
twinkelt, voor de kust van West-Zeeuws-Vlaanderen hun
vrachtje te lossen. In no time pompen ze, ter redding van
het achterland, duizenden kubieke meters zand over een
afstand van kilometers het strand op, waar bulderende
bulldozers het gladstrijken.
Nee, zo simpel is dat niet, ziet de aandachtige toeschou
wer op de dijk. Dit mag dan geen fijnzinnig millimeterwerk
zijn, en de wereldwijd opererende baggeraars zijn wel
meer gewend, maar het vergt wel degelijk technologie
van de bovenste plank. Nog maar vijftig jaar geleden was
deze hightech vorm van kustverdediging ondenkbaar. De
techniek was er niet, de paardenkrachten ontbraken. Toen
moest de mensheid heel andere listen verzinnen om zich
te wapenen tegen de grillen van de zee. Zandsuppletie?
Nooit van gehoord.
De Shoreway is weg; de hopperzuiger die het bal inluidde
bij het Killetje, was nodig bij een klus in Duitsland. Maar
gelukkig nog genoeg scheepvaartbeweging langs de kust
als we op 9 december de kans krijgen mee te varen met
een van de werkboten die je vanaf het strand als horzels
rond de hopperzuigers ziet zoemen.
Het wordt een trip uit een jongensboek als we laat in de
middag vanuit de haven van Breskens een door wind-
krachtje vier veroorzaakte deining tegemoet varen aan
boord van de multicat Tessa W van kapitein Jan van der
Veen. De oud-visser uit Hoorn, die zich geen ander leven
dan op zee kan voorstellen, vindt 'werkboot' een te on
aanzienlijke aanduiding van zijn scheepje. Het is multifunc
tioneel en hightech.
f