Meeuwen en visdiefjes ontwaren prooi en laten zich door mens noch machine afschrikken. Ze lijken nog meer gevo gelte te wenken: jongens, hier, eten... De stortbaas vond het een mooi karwei, maar is blij dat hij morgen naar huis mag voor een lange kerstvakantie. Jazeker, hij beseft heel goed dat er hier brood op de plank kwam dankzij de klimaatverandering. Hoewel hij niet gelooft dat de zeespiegelrijzing en andere ellende enkel te wijten is aan de vele kilometers die mensen afleggen in auto's en vliegtuigen, noemt hij zichzelf geen klimaatscep ticus. 'Er is wel degelijk iets gaande. Door zo'n werk als dit ga je er wel meer over nadenken. Het is natuurlijk slecht nieuws, maar het maakt ons werk belangrijker. Dat half Nederland straks misschien onderloopt als wij niks zouden doen, dat is wel een bijzondere gedachte.' Hij blijft anoniem. Voor beveiliger Vincent Sikon, uitzend kracht, hoeft dat niet. De man met het staartje staat nu wat op de dijk te kleumen in z'n reflecterende kleren, maar heeft absoluut geen spijt dat hij er van het begin bij was om af en toe mensen van het pas opgespoten strand of duin weg te sturen. Die bewaking is iets waar de mannen van de stortploeg trouwens vraagtekens bij zetten. Zegt er een: 'Vroeger had je dat niet. Toen kwamen mensen gezellig dichtbij, kon je makkelijker eens een praatje maken, en bij mijn weten is er nooit iets ernstigs gebeurd. Drijfzand? Ach, misschien verspeel je er eens een laars in. Geen mens zakt daar hele maal in weg hoor.' Maar Vincent had het niet willen missen, de beweging op zee, het gesjouw met het zand, de manoeuvres van men sen en machines. Hij heeft zich geen moment verveeld, kennelijk in tegenstelling tot sommige collega's. 'Ik had wel net zulke diensten als die stortploeg willen draaien, ze ven dagen op, zeven af, maar sommigen van ons trokken dat niet, dus werd het twee dagen op en twee af. Jammer. Ik hou het hier makkelijk een hele week aan een stuk vol.' Vincent prijst zich dus gelukkig dat hij nog een weekje mag blijven om te helpen bij het demonteren van de pijp leiding. En zo te zien heeft hij zich uit de naad gewerkt, want al drie dagen later zijn alle pijpen los. De meeste blijven liggen, ergens op een parking of een verlaten stuk strand. Boskalis moet de komende tijd nog een paar ge wone strandsuppleties doen bij Breskens en Cadzand. Dan komen ze van pas. De zinker bij Matour is ook blijven liggen. Het 1100 meter lange stalen gevaarte wordt pas vol lucht gepompt om het boven water te toveren, en daarmee reisvaardig te maken, als het bij een volgende klus nodig is. De rubberen leidingen, inclusief de reusachtige rode dobbers, zijn we verdwenen; zulke kostbaarheden laatje niet slingeren op zee. Een deel ervan zien we in januari terug bij Vlissingen, waar nog een laatste opspuitinkje plaatsvindt van 210.000 kuub zand. Het verkleinwoord is gerechtvaardigd als je weet dat tussen Groede en Nieuwvliet uiteindelijk 3,1 miljoen kuub is aangevoerd. En wat is daarvan het resultaat? Behalve bij Matour, waar het paviljoen zelf de eentonigheid doorbreekt, is verder heel de drie kilometer lange zwakke schakel veranderd in een enorme zandberg, een platte woestenij zonder reliëf Voor een beetje tekening zorgen alleen de vele (rups)ban- densporen, wat voetafdrukken en rondslingerend mate riaal, een bout, een paar handschoenen, een schop. Stille getuigen van een pas beëindigd karwei die nog niet onder het zand zijn verdwenen. Dat gaat vast en zeker gebeu ren als de bulldozers van Boskalis straks terugkomen om de steile taluds van het nieuwe duin danig af te vlakken, of anders wel als het rijdend materieel van aannemer De Feijter volgend jaar echt reliëf komt aanbrengen in deze vlakte, met duinpannen en duintoppen. Als dan ook nog al het eerder uitgestoken helmgras wordt teruggeplant, dan komt er misschien nog voor het nieuwe toeristensei zoen weer een beetje leven en tekening in deze steriele massa. Nu zijn daar honden voor nodig. Zie je wel, daar is weer zo'n uitgelaten troep, elkaar, balletjes en stokken achterna zittend. Hé grote sloef, ga naar het baasje! Maar dit is een terrein waar ook de vervaarlijke types braaf zijn. Braaf van opwinding. De zee ruiken ze, door het zand stuiven willen ze. Meer niet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 156