Zo'n groot schip levert tussen de vijftienhonderd en
tweeduizend passagiers op. De nieuwe kade gaat rond de
zeven miljoen euro kosten. 'De havenbeheerder moet het
echt zien als een investering in het regionale belang', licht
Nelis toe.
Stap één richting definitief welslagen mag dan een eigen
kade zijn, een vast terminalgebouw is minstens zo essenti
eel, wil ZCP op den duur renderen. 'Want het maakt niet
zo heel veel uit waar je met een zeecruiseschip ligt', heeft
hij geleerd. 'Een terminal brengt echter veel meer men
sen en zorgt ervoor dat je ergens naartoe werkt, dat er
toekomst in de onderneming zit.' Van alle schepen die in
die toekomst aan moeten gaan leggen in Vlissingen, hoopt
hij op zo veel mogelijk zogenoemde 'turn-around calls',
waarbij passagiers aan- en afmonsteren. Die brengen
namelijk veel meer op dan 'transit calls', waarbij een schip
aanlegt en passagiers voor een dag of een aantal uren van
boord kunnen.
Hij legt uit dat bij turn-around calls zoveel komt kijken dat
een terminalgebouw onontbeerlijk is: 'Je krijgt onder meer
te maken met het regelen van soms duizenden koffers.
Passagiers reizen 'vooruit' of blijven na een cruise nog
een paar dagen hier... Maar die moeten dan wel ergens
verblijven en eten. Om aan te geven welk financieel groot
verschil er zit tussen turn-around calls en transit calls legt
Nelis een staatje voor waarop de gemiddelde opbrengst
staat vermeld. Voor eerstgenoemde groep bedraagt die
610.000 euro per keer en van laatstgenoemde 365.000
euro. Het gaat hierbij om gegevens uit Amsterdam, dat
goed is voor ruim 110 aanlopen van zeecruiseschepen per
jaar. 'Zonder cruisekade geen zeecruiseschepen, zonder