Er zullen mensen zijn die daaraan twijfelen, maar ik zie dat heel anders. Johnny is in zijn wielercarrière twee keer bij het oud vuil gezet, die kan wel tegen een stootje.' Nando Liem is sportarts bij Vacansoleil: 'Door de mensen om hem heen is hij op het goede pad gezet. In mijn ogen is hij een begenadigd wielrenner. Zeer, zeer goed. Hij heeft gewerkt aan zijn kwaliteiten. Met veel arbeid en lef. Dat heeft hij ook aan zichzelf te danken. Hij kan de wedstrijd maken. Dan kan ik uit medisch oogpunt wel zeggen: dat moet je niet doen. Maar houd hem eens tegen.' Toch zijn er ook twijfels over zijn mentale weerbaarheid. Oud-renner en wielercommentator Maarten Ducrot bij voorbeeld moet het allemaal nog zien. 'Als je wilt winnen moetje een roofdier zijn. Die Hoogerland, daar druipt de klasse van af, maar volgens mij is die bravoure van hem maar een heel dun laagje. Daaronder zie ik een kwetsbaar jongetje. Ik zie ook altijd zijn vader op een armlengte bij hem vandaan, waar hij ook is. Johnny zie ik als een kwets bare, lieve, zachte jongen. Hij is nog niet uitgehard.' Cees Hoogerland: 'Dat is echte onzin, ik ben het afgelopen seizoen vijf of zes keer wezen kijken naar John, misschien dat Ducrot daar elke keer bij was, dat kan zijn ja. Overi gens was het ook nog steeds op uitdrukkelijk verzoek van Johnny zelf dat ik ging.' De winst in de Driedaagse van West-Vlaanderen in het voorjaar van 2009 dwingt respect af. Het is een koers die nog niet tot de slagroom op de taart behoort, maar een debuterend beroepsrenner die een lastige meerdaagse wedstrijd wint, vestigt de aandacht op zich. Sportarts Nando Liem: 'Die overwinning in West-Vlaanderen, dat was typisch Johnny. Hij deed dat op talent. Hij kan zeggen: ik ga winnen en het ook doen.' Peter Hoondert: 'Twee jaar terug won hij de Ronde van Kwadendamme. Daarna ging hij naar de Ronde van Vene zuela en in de PZC zei hij dat hij naar Venezuela ging om uit te rusten. Ik ging mee naar Venezuela als ploegleider en na de ploegleidersvergadering vroeg hij of-ie het route- boek kon inzien. Toen hij het had gezien, zei hij: ik ga hier een etappe winnen. En dat heeft hij ook gedaan. Ik hou 1 wel van dat soort renners.' Na de Driedaagse bevestigt hij zijn goede vorm onder meer door brutaal een hoofdrol te spelen in de Ronde van Vlaanderen. Sportarts Liem: 'Hij heeft veel vermogen. Vooral in langere wedstrijden. In die wedstrijden boven 200 kilometer komt de kracht van Johnny boven. Kracht I ook om zó te kunnen afzien, want dat doet hij ook.' Zichzelf verrast Johnny in de Vuelta, waar hij fier overeind blijft, met ongeveer elke ontsnapping 'mee zit' en twaa'fds wordt in het eindklassement. Frits Bakker: 'Johnny was altijd al een enorm talent. Ik denk dat hijzelf nooit beseft I heeft hoeveel klimtalent hij eigenlijk had. Ik denk dat hij niet goed wist hoe hij ermee om moest gaan.' Vader Cees: 'Toen hij de Ronde van Spanje reed, dacht ik: als hij maar I overeind blijft. Vergis je niet hè: de Vuelta is zwaarder dan de Tour. Dat kan hij dus aan.' Ook Peter Hoondert is in Spanje getuige van de inhaal slag van zijn wielermaat. 'Johnny heeft zóveel vermogen. In Spanje sprak ik Peter Jansen, de arts die vroeger ook Gert-Jan Theunisse begeleidde. Hij zei dat de waarden van Theunisse van vroeger te vergelijken zijn met die van Johnny nu.' Op YouTube is een filmpje te zien waarin Johnny 'H' zoals hij genoemd wordt, met Mart Smeets na de finish van de laatste étappe van de Vuelta terugblikt op een slopende ronde. 'H' oogt als een frontsoldaat, die dagenlang voor zijn leven heeft moeten strijden, zonder slaap, zonder voedsel. De koers heeft hem getekend. Ruim een kop kleiner dan de grijze eminentie van NOS Sport en de helft smaller. Het seizoen is in 2009 lang voor Hoogerland. Bondscoach Leo van Vliet dirigeert hem in september naar Mendrisio voor het wereldkampioenschap op de weg. Het wordt een adembenemend wereldkampioenschap voor de Hooger- land-clan. De Zeeuwse supporters op het oranjeplein in Mendrisio worden bijkans gek als Johnny Hoogerland - die precies een jaar ervoor nog in

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 48