De zandmotor die ervoor zorgt dat er voor de kust steeds
leen grote zandbank ligt en daardoor de kracht van de
golven al gebroken is, voordat het water de zeewering
bereik Er staat een huis met allerlei tips die ervoor moe
ten zorgen dat je wanneer er iets ergs gebeurt, voorbereid
bent. neem me voor dat op te schrijven en thuis op zijn
minst gedeeltelijk te gaan toepassen. We hebben geen ra
dio op batterijen die ik naast mijn bed zou kunnen zetten.
Ik heb wel een bescheiden voorraadkast, maar die staat
beneden en zou eigenlijk boven moeten staan.
WORDEN WE GERED!?;??
WIJ ROEPEN OP HULP.
ER KOMT GEEN ANTWOORD.
IEDEREEN DENKT WE ZIJN [N NOOD.
KOM ONS REDDEN.
WU ZIEN GEBROKEN DIJKEN.
WIJ HOREN DE KERKKLOKKEN.
KIJK DAAR STORT WEER EEN HUK IN.
WU ZIEN MENSEN VERDRINKEN.
HOREN HUN GEGD..
LATER STAAT ER IN DE KRANT.
VELE MENSEN ZIJN VERMIST.
MARIEKE VAN DER SLUIJS
II JAAR
C.B.S DE BRON
Ook al zijn de ruimten verwarmd, na een uurtje ben ik
ijskoud geworden en heb zin in de warme chocolademelk
die de koffiehoek aangeprezen wordt. De mevrouw die
me eerst van chocolademelk heeft voorzien, schuift bij
me aan tafel. We maken een praatje en als vanzelf begint
ze te vertellen. 'Dit museum heeft mijn leven met mijn
man en kinderen veranderd. Toen het er kwam en wij net
gepensioneerd waren, wilde ik vrijwilliger worden. Mijn
man komt niet uit Zeeland, maar hij vond het een goed
idee en ging met mij mee. Sinds ik hier werk, ben ik gaan
pralen over wat er gebeurd is tijdens de Ramp. Dat had
ik altijd voor me gehouden, zoals zovelen die hier wonen.
Het was allemaal zo afschuwelijk, en je moest meteen zo
flink zijn. Zeker als je bij een vreemde familie inwoonde.
Ik ben mijn broertje verloren, maar ik heb mijn moeder
maar één keer horen huilen. Praten deden we er niet over,
ook op het dorp niet. Ik denk dat het verdriet te groot
was. Mijn man heb ik ook niet veel verteld, laat staan mijn
kinderen. Hij heeft me weieens gevraagd of ik de waters
nood heb meegemaakt. Ja, zei ik toen en daarmee was de
kous af. Maar sinds we hier werken, heb ik alles verteld.
Het verdriet raak je niet meer kwijt, maar het doet toch
goed erover te praten. Ik heb het opgeschreven voor mijn
kinderen. En ik praat er op scholen over. Daar vertel ik kin
deren hoe het was om als kind zoiets mee te maken. De
kinderen kunnen het zich niet altijd goed voorstellen. Als
ik vertel dat ik mijn. konijntje eerst nog bij me hield, maar
dat het later is verdronken, begrijpen ze dat wel, omdat
ze vaak zelf ook een huisdier hebben verloren. Maar dat
je dagen stuurloos rondgezwalkt hebt op het water in die
bedreigende grauwheid, vergeten door iedereen, datje
zoveel mensen op een dag hebt zien verdrinken, dat is niet
over te brengen.'
Een andere mevrouw schuift bij ons aan met een warme
kop koffie. 'Voor mij was het anders, ik was nog maar
negen toen het water kwam en ik woonde op het dorp.
We werden natuurlijk wel wakker gemaakt midden in
de nacht en het was allemaal heel onwerkelijk. Maar wij
mochten op de rug van grote mannen, die ons naar het
gemeentehuis brachten. Het naarst was dat toen de school
weer begon er zoveel lege plaatsen waren.'
De dames noemen samen de namen van de jongens
en meisjes die het niet gehaald hebben. En ook van de
mensen, die toen ziek geworden zijn en in de weken na de
Ramp zijn overleden. Zij horen officieel niet bij de slachtof
fers, maar volgens de dames zijn ze dat wel degelijk. 'Wat
dacht je, in die kou en nattigheid. Daar zijn veel mensen
aan overleden hoor, en van uitputting. Mijn moeder heeft
tbc opgelopen. Dat was vreselijk. Omdat we een christe
lijke familie waren, ging ze naar een christelijk sanatorium,
helemaal in Harderwijk. En vroeger was dat verder weg
dan nu. Toen we na de Ramp eindelijk weer een boerderij
hadden - mijn vader heeft die van de buren