De tooi der getijden
Je had een koffertje
waarmee je in de bus zat.
En, regende het de straten nat,
waren de lantaarns ontstoken
en keek je naar buiten,
dan zag je vooral jezelf
en dacht:
Alweer een jongen hier.
Het koffertje was,
toen ik het zag,
vol oud licht om een boek
dat De Tooi der Getijden heette
en in je witte handen is gelegd.
Zeg het maar,
zijn er boeken van albast
geurend van jaren en
krimpend van koud verdriet?
Zeg het maar.