O DEN HERDER
zelfde. Eigen interpretaties van wat ze zien, eigen inschattingen
van hoe de akker ervoor staat, het schip zich zal houden, hoe de
markt beweegt, maken soms grote verschillen uit van wat de een
en wat de ander onder hetzelfde gesternte doet. Daar begint het
mee. Zo heeft Jo den Herder dingen gedaan, beslissingen geno
men, is hij zijn intuïtie en boerenverstand gevolgd, op een andere
wijze dan anderen dat gedaan hebben, of zouden doen. Welke
boerenarbeider koopt er nu kort na de oorlog voor vijfhonderd
gulden een paardensproeimachine? Jo den Herder! Het geld
ervoor had hij niet eens. Hij bezat de helft. Een aardige spaarsom
voor een jonge landarbeider. Want tweehonderdvijftig gulden
betekende toen zo ongeveer het loon dat een landarbeider in
twintig weken verdiende. Als hij die tweehonderd vijftig gulden
op de bank had gezet, dan had hij zonder speculeren pakweg
2.000,— rente getrokken. De bijbelse parabel van de talenten kan
in dit verband letterlijk worden opgevat, zoals "Wannes" ook in
figuurlijke zin met zijn talenten woekerde.
Hij had tweehonderdvijftig gulden. Geen vijfhonderd. Zijn vader
wilde hem niet lenen. Lenen, dat doe je niet. Het is een onzeeuws
Handschriftwan woorcp zijn baas wilde het hem ook niet lenen, maar wilde voor
dezelfde Elisabeth
Baard in 1975, die tweehonderdvijftig gulden wel compagnon worden. En zo is
oud 90 jaar. het begonnen.
113