JO DEN HERDER Solidair Calvinist Het woord "calvinisme" is al eerder gevallen, net als de verwij zing naar de gelijkenis van de talenten (Mattheus 25; Lucas 19). Jo den Herder is geboren in een gereformeerd milieu en hij is nog steeds goed gereformeerd. Wie niet thuis is in Jeruzalem kan hier uit verkeerde conclusies trekken; wie het wel is kan met hem in discussie gaan. Hij is heel duidelijk een - zij het wat late - repre sentant van "de kleine luyden", die Abraham Kuyper onder zich verenigde in de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), dat was en is de gereformeerde bloedgroep van het huidige CDA, zoals de Christelijk Historische Unie, de CHU, de hervormde bloedgroep vormde en vormt. Maar je moet al bijna van voor de oorlog zijn om die nuances nog te kunnen aanvoelen. Hij heeft van zich laten horen. Misschien heeft hij het van zijn moeder, die op hoge leef tijd nog met dominees correspondeerde, dat hij vanuit een oprechte zorg of verontwaardiging zijn opvattingen en vaak ook oplossingen via "ingezonden brieven" in kranten, zoals de PZC, ventileerde. Bijvoorbeeld op 15 oktober 1974, waar hij oproept tot solidariteit met de boeren, die hun aardappel-, bieten-, bonen- en uienoogst door de overvloedige regenval naar de knoppen zien gaan. Als directeur van een fabriek voor landbouwmachines pleit hij voor een hulpprogramma, waarbij werkgevers hun mensen beschikbaar stellen om handmatig te helpen bij het oogsten. Wij hebben een goedkoop voedselpakket gehad, dankzij de mechanisatie der landbouw. Handenarbeid is afgestoten en ver vangen door industrieel vervaardigde machines. Deze omwente ling was niet tegen te houden. Ze was in onze maatschappij-vorm de juiste methode en is in ons aller belang uitgevoerd. Nu echter dit systeem dreigt te falen, zullen wij de boer en de loonwerker niet alleen moeten laten tobben, maar daadwerkelijk aan hun zijde staan. Nu het jaargetijde zozeer is gevorderd, dat er strenge vorst kan optreden, zullen we op handenarbeid moeten overgaan en redden wat te redden is." In de bewuste ingezonden brief stelt hij zichzelf beschikbaar om voor een dag in de week "de ouwe broek aan te trekken". Zijn politieke motivering, die hij er dan bijgeeft - het is 1974! - is samen te vatten als solidariteit tussen boer en burger, bouwen aan een betere maatschappij zonder eigenbelang, bescherming van de democratie, want oogstmisluk- king kan leiden tot armoede en armoede tot een "China-regime" dat ons aantast in onze vrijheden, en tenslotte "dat we, als het kan, iets 'over' houden voor de echte hongergebieden"Een jaar eerder, op 18 december 1973, schrijft hij over energiebezuiniging 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 116