DE STER VAN WALCHEREN Europa. Het huis zag veel tijdelijke bewoners. Jany Roland Holst werkte er, Jobs Werumeus Buning, Theun de Vries, P.C. Boutens, Jacques Bloem, Gerrit Achterberg, Leo Braat, Willem Sandberg, Josepha Mendels, Arthur Cornette, Herman Hana, Alexander Stols. De schilders Gorin en Ozenfant, Otto van Rees en Georges Vantongerloo vonden er rust en zo verging het de veelgelauwer de Jo Boer, Anna Blaman, Jeanne Bieruma Oosting, Nico Donker sloot en Piet van Eyck, de beeldhouwers Malteso en Van Pallandt. Geert van Oorschot, of was het R.J. Peskens?, beklom er het acht enveertig meters hoge duin om toezicht op Vlissingen te houden. Zijn collega-uitgever Bert Bakker pendelde tussen Veere (later Gapinge) en Valkenisse. En de oude heer Van Dishoeck? Hij voelde zich, de afzwaai van een enkele kilometer ten spijt, zèèr op zijn plaats.9 Een hèèl vreemde eend in deze bijt was de duitse kolonel der genie die vanaf 1942 tot 1944 toezicht hield op de betonwerken van de Festung Walcheren. Hij vorderde de woning en ieder die Nijhoff heette was weer onderweg. In de Nagelaten Gedichten vindt men dit bericht: Het huis Op akkerland, met duinen in 't verschiet, staat, in de schaduw van nabij geboomt, het huis dat ik ontruimde en achterliet, en dat thans door de vijand wordt bewoond. De bomen zijn, naar ik verneem, geveld; 't huis werd een kazemat, en het terrein - indien het waar is wat mij wordt gemeld - moet in een mijnenveld herschapen zijn. Dit zegt men. Maar het huis zelf deelt mij mee wanneer het in mijn dromen tot mij spreekt: ik heb bericht ontvangen van de zee, dat straks een reinigende storm opsteekt. 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 141