DE STER VAN WALCHEREN
uitgevoerd. Miss Moss, of 'the bird' zoals ze door Nijhoff werd
genoemd, kon in de meidagen van 1940 op het allerlaatst
Walcheren verlaten. Eerder had ze in Gauciel haar Chateau
d'Evreux moeten achterlaten, een volgens de principes van
Mondriaan ingericht landhuis. Moss, half-joods, slaagde er in om
via IJmuiden per vissersboot het kunstenaarsdorp Penzance in
Cornwall te bereiken. Ze werd zeer kort daarvoor, op 12 mei 1940,
samen met Netty Nijhoff in Utrecht bijna slachtoffer van haar ook
buiten Biggekerke spraakmakende verschijning. In de Vijfde
Colonne-paniek waren de immer wat kortgeknipte dames aange
zien voor verklede parachutisten...18
Pas geruime tijd na de oorlog hervond Moss een inmiddels
danig veranderd Parijs en de deerlijk geschade Tuin van Zeeland.
Ze overleed in 1958 in haar Flowerfarm bij Penzance.
Het Stedelijk Museum in Amsterdam wijdde in 1962 een herden
kingstentoonstelling aan haar leven en werk.
Het zou tot 1972 duren vooraleer de Middelburgse Vleeshal een
groot overzicht presenteerde.19
Zoon Faan Nijhoff had zich al in zijn jongensjaren een nieuwe
naam aangemeten, daarbij geholpen door Adriaan Roland Holst.
'Wie Wind zaait zal Storm oogsten', had deze gezegd en zo werd
Stephan Nijhoff de fotograaf Stephen Storm. In Parijs kwam hij
in contact met de opzien barende Amerikaanse foto-kunstenaar
Marlow Moss,
Een zeer Engelse
miss aan de Wal-
cherse duinen, (foto:
W.S. Nijhoff/Stephen
Storm)
Marlow Moss,
Oneindige
Beweging,
marmersculptuur op
het graf van Netty
Nijhoff, Begraafplaats
bij Biggekerke (foto:
Burwoods Fulham)
146