ARMOEDE IS ALTIJD SCHILDERACHTIG Foute plek I Wn 1852 kocht Albert een molen in Middelburg, die later op het tracé van het kanaal door Walcheren bleek te staan. Er waren toen nog tussen de vijfendertig en veertig molens op Walcheren. Van eentje meer of minder kregen ze geen hartzeer. In 1876 werd de molen door Rijkswaterstaat onteigend. Stamvader Albert maakte dat niet meer mee. Hij was al in 1855 overleden. Zijn oudste zoon Jan, die de molen beheerde, moest naar iets anders omzien. Veel weten wij nu nog niet over de oudste leden van de familie De Troije. Ze waren er, maar over de levensomstandigheden, hun ambities, de worsteling met goed en kwaad en, om het in modern jargon te zeggen, van hun netwerken hebben we geen benul. Er zit weinig vlees aan het been. Zij blijven twee-dimensionale men sen. Dat wordt anders met de volgende generatie en in het bijzon der met de in 1848 geboren Cornells Johannes (roepnaam Kees) en zijn nazaten. Kees was een kleurrijke figuur. Hij was een pientere knaap met een brede belangstelling voor alles, wat er om hem heen gebeur de. Hij ontwikkelde zich tot een vindingrijk molenmaker, een knap en ondernemend ambachtsman, die alras na zijn huwelijk met Janna Gilde in 1873 een eigen bedrijfje begon. Janna was na het vroegtijdig overlijden van haar ouders opgevoed door haar grootouders, die een boerderijtje bezaten aan de Veerseweg in Middelburg. De oude heer Gilde was tezelfdertijd kolenhandelaar en cafébaas als annex aan zijn boerenbedoeninkje. Kees en Janna gingen aan de Schroeweg wonen. Het bedrijf van molenmaker hield vooral in het onderhoud en de restauratie van molens. Het was een conjunctuurgevoelig bedrijf. Molenaars waren niet uit weelde doe-het-zelvers. Pas als zij scha de zelf niet meer konden verhelpen, schakelden zij de molen maker in. De molenaars waren afhankelijk van het aanbod van de boeren, dat mede door grote leveranties van goedkoop Ameri kaans graan ongeregeld en kwantitatief verschillend was. Multatuli Joch hield Kees de Troije met hard werken het hoofd boven water en kon hij zijn uitbreidend gezin in leven houden. Hij trof het met houthandel Alberts, eerst te Veere en later te Middelburg. Directeur F.M. Wibaut gaf hem milde en langlopende kredieten. De latere politicus en befaamd wethouder van Amsterdam trof in de weetgierige en spraakzame Kees een geestverwant. De molen- 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 159