ARMOEDE IS AL TIJD SCHILDERACHTIG
Uitzondering
I J.\ Meertens schreef in zijn opstel "Multafuli in Zeeland": 'Dat er
onder de arbeiders vóór de laatste jaren van de eeuw belangstelling voor
Multatuli zou hebben bestaan is daarom onwaarschijnlijk, omdat zij
volkomen buiten elke vorm van cultuur stonden, niet of nauwelijks
konden lezen en op geen enkele wijze in de gelegenheid waren zich met
de ideeën van Multatuli vertrouwd te maken' Dat gaat niet op voor
de zeer kleine zelfstandige molenmaker Kees de Troije, die uit het
gewone volk voortkwam en ook solidair was met de arbeiders
klasse, gezien het feit, dat hij tot de vroegste leden van de in 1894
opgerichte S.D.A.P. behoorde, de parlementaire vleugel van het
in de negentiende eeuw tot ontwikkeling komende socialisme.
De molenmaker was de uitzondering op het door Meertens gesig
naleerde. Hij was zo geïnteresseerd in wat er om hem heen en
elders op aarde en in de hemel gebeurde, dat hij nooit genoeg kon
krijgen van een vurig debat. En thuis of op karwei bleef hij door
gaan. Een van zijn geliefde opmerkingen was:"God en de hemel
bestaan, omdat zij in de geest van de mensen bestaan". Een inte
ressante rationalisatie van een vrijdenker.
Zijn kleinzoon Marinus zei later over zijn onvermoeibare en
spraakzame grootvader:"We moesten hem af en toe zijn bed in
schoppen". Al te letterlijk moet het niet worden opgevat.
Het gaskousje werd simpel van brandstof afgesneden.
De boeren beschikten in de vaak barre tijden van de negentiende
eeuw vaak niet over veel geld. Daarom bleef de gewoonte bestaan
en nog tot in deze eeuw de molenaars in producten te betalen,
omgerekend in de geldende marktwaarde. De molenmaker werd
op zijn beurt weer in goederen afgerekendDat kon zijn een zijde
spek, meel, bonen en erwten, of soms zuivel. Dat was voor de
ambachtsman niet al te praktisch. Hij kon bij zijn houthandel
moeilijk met een pondje boter, of een zak graan betalen.
Verliesgevend
/et principe van het betalen in natura stond de molenmaker
bepaald niet tegen. Geld was voor hem niet alleen een ruilmiddel,
maar ook een bron van kwaad. Dat is welhaast onvermijdelijk
indien middel en doel tot cocktail zijn gemixed. Dat gaat ook op
voor minder tastbare zaken, zoals vermenging van middel en doel
bij politieke idealen. In het extreme is de ellende ervan niet te over
zien, zoals de historie de mensheid tevergeefs heeft voorgehouden.
Op de een of andere manier moest hij toch af en toe aan geld zien
159