ARMOEDE I S ALT IJD SCHILDERAC HTIG kruidenierszakken een aangenomen werk tekende en uitrekende. Hij was een superieur ambachtsman en een kittig, soms knorrig baasje. In de plaatselijk krant werd ooit beschreven, hoe hij reageerde op mensen, die hem naar zijn mening te veel aanstaar den: "Heb ik wat van je an?" snauwde hij hen toe. Voorts woonde er Frans, de flierefluiter, die luchtige deuntjes op de harmonica bleef spelen. Maatje bestierde met ijzeren hand de huishouding. Zij had een kleurrijk vocabulair, dat meehielp haar broers, 'de jon gens' - al waren zij diep in de zestig - de baas te blijven. Zij had den ingeslepen gewoonten. Als ze op karwei waren, namen ze niet de moeite zich voor het slapen in het stro te verkleden. Zij vielen zo om. Hun petten waren hun slaapmutsen. Dat is bij het prikkende en kriebelende stro nog wel voor te stellen. Toilettassen hadden ze trouwens ook niet bij zich. Om wakker te worden dompelden ze het hoofd in een emmer water onder. Ze hadden de neiging deze slaapcultuur thuis in stand te houden, als ze zich op de zolder van hun huis in Middelburg te bed bega ven. De pet werd er vaak bij opgehouden en dat was goed tegen koude en tocht, waarvoor ze een heilig ontzag hadden. Maatje de Troije regeerde met vaste hand de laatste jaren van de huishouding van de familie. Hun maaltijden waren sober, maar smakelijk. De broodmaaltijden werden gedomineerd door machtige plakken weitebrood, die ten minste tweemaal zo groot waren als nu gebruikelijk is. Als beleg was er vaak grasboter en meikaas, die toen nog ergens naar smaakten. Voorts was een eigen brouwsel van uitgebakken spek vet en stroop populair en dat was inderdaad, als je ervan, hield, erg lekker. Voor de warme maaltijd werd veel gebruik gemaakt van de eigen moestuin. Sla, tomaten en hard gekookt ei werden aangemaakt met azijn, waarna er een libera le hoeveelheid kristalsuiker over werd gestrooid. Vaak kwam een vrouw uit Arnemuiden onder een juk met twee emmers, gekleed in tradi tionele dracht voorbij. Zij ver kocht alikruken, zeekraal en lamsoor. De familie De Troije behoorde tot haar vaste klanten. 167

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 169