ANGEN, GASJES ONGENODE GASTEN
golven niet meer terug kon, terwijl mijn ouders boven radeloos
heen en weer liepen.
De vangst was alleszins de moeite waard. Dat "een graantje mee
pikken" werd een understatement voor baaltjes Amerikaanse
bloem. De katoenen zakjes met de opdruk FLOUR waren door
drenkt en bedekt met een stinkende laag stookolie. Als je de zak
jes open sneed zat er een dikke laag deeg vastgekoekt tegen de
binnenkant van het zakje, maar daarbinnen welde een witte
weelde van patentbloem op. Onze bakker bakte daar vooroorlogs
wittebrood van, een ongekende luxe na jarenlang regeringsbrood
met rogge- en aardappelmeel. Als je veel geluk had viste je nog
wel eens een groot blik melk- of eierpoeder op en zelfs wel blikjes
sigaretten. Voor die sigaretten deden we niet veel moeite, omdat
niemand bij ons rookte, maar je maakte er wel veel vrienden mee.
De vondst van een groot blik met 144 blokken chocolade beteken
de wekenlang geraspte chocolade op droge, witte boterhammen,
want boter spoelde helaas niet aan. Het was evengoed een trak
tatie.
We passeerden met onze buit een Britse wachtpost in de gang van
de kazematten, maar die deed nooit moeilijk. Een kist met auto
binnenbanden droegen we uiteraard over aan de soldaten.
Je moest bij dat jutten oppassen je niet al te vies maken, want met
Sloop van de Duitse
bunker. Ernaast de
"Monnik" op de
Westbeer.
184