GANGE N, GASJES, ONGENODE GASTEN een rantsoen van anderhalve liter zoet water per persoon per dag was je gauw uitgewassen. Van de kant van de jutters uit de binnenstad kwam geen enkele confrontatie, alleen maar competitie. Ik heb ze leren zien als naza ten van de vrijbuiters, die in 1572 in opstand kwamen tegen het wettige gezag en de Spaanse overheersing. Dat werden vroeger zeerovers, of bemanningen van de slavenschepen, of ze gingen onder Michiel de Ruyter de oorlog in. Dat vormt een lange tradi tie. En maak van die gasten maar eens brave burgers. Noten: 1. Y. Meeter heeft in het Zeeuws Tijdschrift nr 22 (1972), biz I 13-123, een wetenschappelijke beschrijving gegeven van het gangenstelsel. 2. Een beer is een stenen scheiding tussen de stadsgracht en het open water. Zo'n beer is voorzien van een scherpe bovenrand, de ezelsrug, om te voorko men dat een aanvaller via de beer de gracht kon oversteken. Zo'n poging werd verder nog bemoeilijkt door een stenen "monnik" op die ezelsrug te plaatsen. 3. Een sortie is een uitgang om vanuit de vesting een uitval te doen in het voorterrein. In Vlissingen loopt de sortie door de beer en kan men via deze gang ook de contrescarpgalerij bereiken, van waaruit men door de schietgaten een aanvaller die het waagde het bastion te beklimmen in de rug kon schieten. Dat kon ook vanuit een caponnière. Ook kon men via een sortie de mijnka- mers vullen met springstof. In de Westbeer was een knik aangebracht. Dat is uniek in de vestingbouw. Bij de verdediging van Vlissingen is men altijd beducht geweest dat een aanvaller bij laag water via de glooiing de vesting-zeemuur zou bestormen. Bij de Oostbeer kon men dat voorkomen door de haveningang op diepte te houden. Bij de Westbeer heeft men dit opgelost door een knik in de beer aan te brengen. Zo werd een aanvaller gedwongen zich te begeven in het schootsveld van het geschut op het platte dak van de Gevangentoren en van de Bomvrije Kazerne en op dat van Bastion XIII. Door dit slimme concept waren er geen blinde hoeken, waar een aanvaller gebruik van zou kunnen maken. 4. Zie Walacria deel 6 5. Diegenen die na het lezen van dit verhaal nog eens graag in de gangen zouden willen kijken moeten geduld hebben tot het moment dat minister Jorritsma ontdekt dat er nog een gang loopt van de mijnkamers onder de Boulevard Bankert naar een trappenhuis aan de Coosje Buskenstraat. Of zo'n open verbinding onder de kruin van de zeewering door zich verdraagt met de Deltawet, betwijfel ik. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 187