UIT EEN VERGETEN DOOS In Middelburg aangekomen zou ik direct de tram pakken naar Biggekerke, een rustig dorpje. De afstanden vallen mij tegen. Ik heb ner gens een land gezien waar de wegen zoo slingeren. Men denkt dat men er is en dan gaat de weg plotseling in tegengestelde richting, bijv. van 'Al kom je bij de armste menschen, dan ziet het er helder en gezellig uit' U/e luitenant vindt onderdak bij particulieren in Biggekerke. Waar precies? Dat is misschien nog door plaatselijke historici te achterhalen. Hij heeft het er naar zijn zin: Het huis waar ik ingekwartierd ben bevalt mij heel goed. Het voorste gedeelte van 't huis wordt door de familie zelf bewoond. Wij hebben 't achterste gedeelte. Koops en ik slapen boven. Visser in de kamer die hier aangegeven staat. Het geheele huis is van buiten met klimop begroeid, waar de raampjes met luikjes komen uitkijken. Zoo zijn er meer huizen. 199

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 201