Alles is hier ook zoo helder en knus. Al kom je bij de armste menschen,
dan ziet het er helder en gezellig uit. Ik moest natuurlijk eens zien waar
mijn sectie ingekwartierd was en zoo ben ik bij verscheidene menschen
in huis geweest. Die menschen zijn allen zonder onderscheid vriendelijk
en gastvrij. Iedereen zegt je goedendag.
Als de compagnie of de sectie aantreedtdan vindt men half Biggekerke
erbij, wat de jeugd aangaat. Die kleine jongens gaan dan ook in 't gelid
en op 't commando "Geeft acht" klappen ze de klompjes tegen elkaar
dat 't een lust [is]. Onze kapitein heeft zeer veel schik in die jongens.
Vandaag is 't een oefening geweest in 't bezetten van de stellingen.
Warm, vandaag. Kolossaal."
Maar ondanks zijn warme uniform had tekenleraar Lijesen nog
puf genoeg om een ansichtkaart te gaan kopen en schetsjes van
Zeeuwse schonen te maken. Het lijkt erop dat in 1916 heel wat
bewoners van Walcheren nog dagelijks in klederdracht liepen.
De "ansicht" van
Zoutelande zat niet in
de doos van Willem
Lijesen. Wel een van
Biggekerke uit die tijd.
"Ik moest naar Zoutelande. Een aardig dorpje aan den voet der duinen.
Het herinnerde mij aan Wijk aan Zee. Ik sluit hier een ansicht van
Zoutelande in. Je moet maar denken, kijk, mijn man heeft op die
duinenrij geloopen, vandaag.
Die boeren op Walcheren hebben dat afgeknipte haar en die geschoren
nek, die jij zoo mooi vindt staan. De vrouwen flatteert de
200