TIEN JAAR HOGESCHOOL ZEELAND gen: Bedrijfseconomie, Commerciële Economie, Communicatie, de Economisch-Linguïstische opleiding en de opleiding Mana gement, Economie en Recht. Tenslotte werden de PABO en de HGZO samengevoegd tot de Faculteit Onderwijs en Gezond heidszorg met 2 opleidingen, te weten de opleiding tot leraren basisonderwijs en de HBO-Verpleegkunde. Binnen de faculteiten kregen de opleidingen onder leiding van een opleidingsmanager een grotere eigen verantwoordelijkheid. Naast de faculteiten kwam er een afdeling Transfer om op commerciële basis scholing, training en onderzoek in de markt te zetten. Dat gebeurt tevens door de BV HZ-Safety, waarin de hogeschool als aandeelhouder participeert, en die zich beweegt op het terrein van maritieme veiligheids- en milieucursussen. Ook de internationalisering kreeg een eigen, hogeschoolbrede organisatie. De hogeschool wordt thans geleid door een college van bestuur bestaande uit één persoon, die als titel "voorzitter van het college van bestuur" voert. Sinds november 1995 is dat L.N. Labruyère, oud-burgemeester van Brouwershaven, opvolger van dr. ir. A.P. van Antwerpen, die op zijn beurt in 1989 benoemd is, aanvanke lijk als voorzitter van de Centrale Directie, zoals dat toen nog heette. Van Antwerpen was de eerste die van buiten de eigen hogeschoolkring in de directie werd benoemd. Hij kwam van de Hogeschool Rotterdam Omstreken, waar hij na de fusie van die hogeschool zijn functie van directeur van het Van 't Hoff instituut (HLO) verwisselde voor die van directeur van de afdeling HTS van de HR&O in Dordrecht. Hij volgde in Vlissingen de in 1988 overleden ir. T. Douma op. Een regionale hogeschool [i/c Hogeschool Zeeland kan gekenmerkt worden als een hoge school met een regionale functie en een nationale, zelfs internatio nale uitstraling. De regionale functie heeft betrekking op zowel de instroom van studenten uit de Provincie Zeeland en aangrenzen de gebieden als op de uitstroom van gediplomeerden naar de arbeidsmarkt in Zuidwest Nederland. Om aan de vraag naar hoger opgeleiden van het regionale bedrijfsleven te voldoen heeft de hogeschool een tamelijk grote diversiteit aan opleidingen. Het zijn opleidingen, die ook elders gevolgd kunnen worden. Ook als ze qua grootte, dat wil zeggen aantal studenten, niet aan de eco nomische bekostigingsnorm van 200 voldoen wil de HZ ze, als het kan, handhaven, juist om de regionale functie waar te maken. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 38