ECOLOGISCH ONDERZOEK IN ZEELAND maar toch niet op alle, en dat een herschikking van het onder- zoekspotentieel de internationale positie van die instituten aanzienlijk zou kunnen versterken. Hierbij speelde sterk het argument dat een instituut waarin de ecologie van zowel zoet water, als van zout water en van land bestudeerd werd, inter nationaal zeer goed zou scoren. Het lag dan ook voor hand om al het ecologisch onderzoek binnen de Akademie te bundelen. Dit was het begin van de oprichting van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO) dat officieel in 1994 na een ingrijpende reorganisatie het licht zag. Het NIOO heeft nu een algemeen directeur, Prof. Wim van Vierssen. De hoofdzetel is in Nieuwersluis. Daarnaast heeft het NIOO drie centra met een eigen Directeur Onderzoek, waaronder het Centrum voor Estua- riene en Mariene Oecologie (CEMO) in Yerseke, zoals het Delta Instituut vanaf die tijd genoemd wordt. De late jaren tachtig en het begin van de jaren negentig waren organisatorisch turbulente tijden voor het Delta Instituut, maar ook in het vak van de wetenschapper voltrok zich een revolutie. In de beginjaren van het Delta Instituut geven het klassieke beeld van de kamergeleerde en het cliché van de ivoren toren wellicht een goede beschrijving van de werkelijkheid: onderzoek was een puur individuële zaak met als belangrijkste drijfveer nieuwsgie righeid en interesse van de onderzoeker. Wetenschappers vorm- Het NIOO-CEMO beschikt over goed uitgeruste laboratoria voor de analyse van stoffen in water, sedimenten en orga nismen. In het bodem lab worden analyses verricht van stikstof, fosfor, koolstof, silicium en allerlei zware metalen met massaspectrometers, atomaire adsorptie- spectrofotometers en element-analysers. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 49