ECOLOGISCH ONDERZOEK IN ZEELA
in die jaren nog niet onderhevig aan de milieuveranderingen,
die de aanleg van de waterstaatkundige werken teweeg zouden
brengen.
In het hele Deltagebied werden de gemeenschappen van zout-
planten uitvoerig geïnventariseerd en beschreven. De talloze
waarnemingen leidden in 1965 tot de belangrijke publicatie:
De zoutvegetatie van ZW-Nederland, beschouwd in Europees verband.
Het was voor ir. Beeftink het proefschrift, waarop hij aan de
Landbouw-hogeschool te Wageningen promoveerde.
In de jaren zestig begon ook de aanleg van de zgn. permanente
quadraten (door de onderzoekers kortweg als pq's aangeduid),
kleine veldjes, die werden afgebakend op tal van schorren in het
Deltagebied. Van jaar tot jaar werden de plantensoorten die op
dat moment in de pq's voorkwamen, beschreven met schattingen
van hun relatieve bedekking en/of aantalsverhoudingen binnen
de lokale vegetatie. Deze reeksen van waarnemingen, die over
vele jaren werden volgehouden (sommige tot in het begin van de
jaren negentig), hebben een schat van informatie opgeleverd over
de lange-termijn respons van schorvegetaties op milieuverande
ringen. De aanleg van dammen en keringen, met hun gevolgen
voor het overstromingsregiem van vele schorvegetaties in het
Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilandengebied, vormde daarbij een
proeftuin voor evenzoveel bijzondere botanische experimenten:
op de schaal van complete schorren! De langjarige waarnemingen,
Groeiproeven met
Groot zeegras in een
klimaatcel van het
CEMO.
53