OIOGISCH ONDERZOE vogels worden op tal van manieren steeds meer bedreigd in hun rustgebieden en voedselbronnen. Een brede studie van de ecolo gie van dit systeem is daarom van internationaal belang. Opeenvolgende groepjes onderzoekers reizen dat jaar naar dat afgelegen, vrijwel onbewoonde gebied om onder uiterst primi tieve omstandigheden gegevens te verzamelen. Vanuit de werk groep schor-oecosystemen neemt dr. Hemminga deel aan de expeditie. Hij doet onderzoek aan de zeegrassen die daar uitge strekte vegetaties vormen op de intergetijdeplaten en in de ondie pe delen van het kustwater. Zij vormen een belangrijke voedsel bron voor onze steltlopers. Zeegrassen zijn evenals schorplanten wortelende, zaadvormende planten, maar zijn veel beter aan gepast aan langere periodes van overstroming door het getijde water; vele soorten groeien zelfs als echte waterplanten perma nent onder de waterspiegel. De Mauretanië-expeditie van 1988 vormt het begin van geleidelijk aan in omvang toenemend onderzoek aan zeegrassen binnen de werkgroep. Op dit moment (mei 1997) voeren zes onderzoekers van diverse nationaliteiten (promovendi en post-docs) binnen de werkgroep full-time onderzoek uit aan zeegrassen. De internatio nale opzet is vereist door de alom geconstateerde vervuiling van kustwateren, die het voortbestaan van zeegrasvegetaties overal in de wereld bedreigt. De situatie in Nederland is een treffend voor beeld van de kwetsbaarheid van deze mariene planten en van de D Marten Hemminga en doctoraalstudente Nancy de Bakker de bemonstering van een spartina-vegetatie. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 59