jaar is deze situatie veranderd. Nederland heeft geïnvesteerd in een forse uitbreiding van de basis Rothera en de huidige Brits- Nederlandse samenwerking in een nieuw gestart onderzoeks project is op voet van gelijkheid. Dit project heeft ten doel de invloed van de toegenomen hoeveel heid ultraviolet (UV) licht op de kustvegetatie te bestuderen. Juist in Antarctica is de invloed van toegenomen UV-licht groot; de UV-straling is hier van nature gering, en door de afbraak van de ozon in de atmosfeer (het "ozongat") is de relatieve toename van de UV-straling dus bijzonder groot. Het voorgaande zou wellicht aanleiding kunnen zijn voor het vermoeden dat het accent van het werk nu in het buitenland is komen te liggen. Dat is echter zeker niet het geval. Nog steeds ligt het hart van het werk in de Zeeuwse delta; nog steeds ook zijn de schorren de belangrijkste onderzoekslocaties van de werkgroep. Hoe kan het haast ook anders in een regio die historisch gezien zijn bestaansgrond in de meest letterlijke betekenis van het woord aan de schorren te danken heeft! Het is echter duidelijk dat met de verbreding van het werkterrein, de vlag waaronder de werk groep zich presenteerde (wg. Schor-oecosystemen) niet meer afdoende de "onderzoekslading" dekte. Besloten werd daarom de naam van de groep te wijzigen in werkgroep Litorale Vegetaties; sedert 1992 functioneert de werkgroep onder deze naam. Onderzoek naar wortel vormings processen in schor- planten. Hierbij wordt onderzocht welke factoren een rol spelen bij de verdeling van koolstof over bovengrondse delen en wortelstelsel. 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 62