ECOLOGISCH ONDERZOEK IN ZEELAND
worden door soorten die daaraan beter zijn aangepast. Sommige
van deze bodemdieren, zoals tweekleppige weekdieren, kunnen
onder zuurstofloze toestand tijdelijk omschakelen op fermentatie,
waarbij opslagproducten zoals glycogeen vergist worden.
Echter de uitgescheiden gistingsproclucten zullen door sulfaat-
reducerende bacteriën worden gebruikt. Deze organismen
vormen het uiterst giftige sulfide (H2S). Om zich te beschermen
tegen dit dodelijk gas, hebben de weekdieren ijzer tot hun
beschikking. Ijzer reageert met sulfide tot het intens zwarte en
vrijwel onoplosbare ijzersulfide en daarmee is het gevaar voor
hen geweken. Sommige dieren blijken in hun kieuwen weer
andere bacteriën te hebben die het gebonden sulfide kunnen
oxideren als er weer zuurstof beschikbaar komt. Op deze wijze
benutten deze dieren de energie die in het sulfide is opgeslagen.
Dit voorbeeld illustreert het ingewikkelde samenspel van geo-
chemie en fysiologie in de levensverrichtingen van een dergelijk
organisme.
Ook op grotere schaal zijn ecofysiologische processen gaande.
Een groot aantal op de bodem en in het water levende microalgen
produceren een zwavelhoudende organische stof, dimethylsulfo-
niopropionaat. De functie van deze stof is nog niet duidelijk, maar
in het algemeen wordt aangenomen dat het een rol speelt bij de
osmotische huishouding van de cel, dat wil zeggen dat het de cel
in staat stelt om te verhinderen dat zij door osmose vocht verliest.
Als deze stof buiten de cel komt, wordt het door bacteriën en in
sommige gevallen ook de door de algen zelf afgebroken tot het
gasvormige dimethylsulfide. Van deze stof wordt aangenomen
dat het verantwoordelijk is voor het transport van zwavel van de
oceanen door de atmosfeer naar de continenten. Daar komt het
dan als zure regen neer en lost gesteentes op. De daarbij vrijgeko
men mineralen worden via de rivieren naar de oceanen getrans
porteerd. Deze mineralen zijn nodig om vervolgens de algengroei
mogelijk te maken. Op deze wijze lijken de rivieren te functione
ren als de bloedsomloop van de aarde.
Een ander onderzoek dat door de werkgroep wordt uitgevoerd,
is de invloed die biologische processen hebben op het transport
van sediment in estuaria en de erosie van getijdensedimenten.
Bepaalde kiezelalgen groeien als een soort biofilm op het sedi
ment. Deze kiezelalgen scheiden polysaccharides uit. Dit zijn sui
kers die door hun plakkerige eigenschappen het sediment verste-
65