ECOLOGISCH ONDERZOEK IN ZEELAND het microphytobenthos, en ook omdat het systeem twee keer per dag wisselt van een water-bodem naar een lucht-bodem systeem. Bodemdieren worden ook gebruikt als biologische indicatoren van de 'gezondheid' van een ecosysteem en in Nederland is een uitgebreid meetnet opgezet om op deze wijze veranderingen in het milieu op te sporen en te volgen. Ook een aantal stations in de Westerschelde en de Oosterschelde maakt deel uit van dit meetnet, waar één of enkele malen per jaar wordt gemonsterd. De aan- of afwezigheid van bepaalde soorten kan heel veel infor matie geven over verontreiniging en andere invloeden, zoals de visserij op bodemdieren (benthos). Sommige soorten zijn heel gevoelig voor zuurstofloosheid, andere weer voor fysische versto ring. Eén enkele lozing, bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend, kan aan de chemische monitoring ontsnappen, maar zal maanden later nog zichtbaar zijn in de soortensamenstelling van het bent hos. In de werkgroep Oecosysteem-Studies is een groep assisten ten en academici, onder leiding van drs. Johan Craeymeersch, in dit onderzoek actief. De expertise van deze groep omvat zowel taxonomie (het herkennen en op naam brengen van de soorten) als ecologie. Het bijhouden en de analyse van de resultaten van monitoring vergt veel computerwerk. Aan de basis ligt een goede gegevensbank waaruit gegevens in allerlei combinaties gemakke lijk opvraagbaar moeten zijn. De gegevens zelf worden door erg Bodemdieren en vis sen worden gebruikt als indicatoren voor de waterkwaliteit. In de Oosterschelde komen veel zeester ren voor. Als ze zich in grote groepen over de zeebodem ver plaatsen kunnen ze veel schade aanrichten aan mosselbanken. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 71