HISTORISCHE WATERSCHAPSF
was er nog steeds geen "eigen" wet. Dat veranderde dus op
1 januari 1992. Met de invoering van deze wet werd niet alleen
het waterschapsbestel stevig in de wet verankerd, maar werd ook
een geheel nieuw stelsel voor de samenstelling van het bestuur en
de financiering in het leven geroepen. Tot die tijd werd de water
schapswereld vooral gedomineerd door de agrarische sector.
Hier en daar sprak men (overigens vaak ten onrechte) van
"boerenrepublieken". De oude spreuk was immers: "die het
water deert, die het water keert". Daaruit kwam de beroemde
trits: "belang-betaling-zeggenschap" voort. De agrarische sector
had (en heeft nog vaak) het meeste (directe) belang, betaalde
dus het meest en had dus ook de meeste zeggenschap. Maar de
Water-schapswet introduceerde "de brede kijk" en koos voor
"integrale waterschappen". Dat betekent dat niet meer alleen
naar de directe, meestal agrarische belangen moest worden
gekeken. Ook natuur, landschap en milieu gingen deel uitmaken
van het beleid. Vooral omdat "integrale waterschappen" ook het
kwaliteitsbeheer hebben! De Zeeuwse waterschappen hadden die
taak al sinds 1973 en hadden en hebben tevens het beheer over de
plattelandswegen. In Zeeland bijna drieduizend kilometer!
Veiligheid vóór
alles: zeedijk met
basaltglooiing.
78