het tenslotte om. Als die operatie is voltooid, is dat een Zeeuwse historische gebeurtenis van de eerste orde. Daar mogen we in Zeeland best een beetje "gröös" op zijn. Veiligheid is een groot goed en daar kun je niet zorgvuldig genoeg mee omgaan. Om ook in de 21e eeuw die veiligheid te behouden, moet de organisatie "met z'n tijd mee"! Nou dat doen we dus! Die twee waterschappen kunnen de "oertaak" zeker aan. Dat een stevige organisatie nodig is en blijft, blijkt nu weer met het probleem van de bedekking met betonblokken van de zee dijken. Die bedekking deugt niet en de waterschappen sloegen op tijd fors op de trom richting Den Haag. Gevolg: meer dan een miljard gulden zal moeten worden uitgetrokken om de veiligheid "goed" te houden. Met minder wordt in Zeeland uiteraard geen genoegen genomen. De schrijver van dit artikel, drs H. Evers- dijk, dijkgraaf van het waterschap De Drie Ambachten" voor het portret van een van zijn voorgangers, Cornelis Jansz Boone, dijkgraaf van Krabben- dijke 1616-1646. (foto Rudy Visser) De erfvijand slaapt nooit Tegelmatig wordt de vraag gesteld: "Zijn waterschappen nog wel nodig? Kan die taak niet door de provincie worden overge nomen?". Het antwoord is ondubbelzinnig: "Nee!" Want welke nieuwe en moderne taken het waterschap ook kreeg of krijgt, de strijd tegen de erfvijand houdt nooit op. Immers een groot deel van ons volk woont in feite op de bodem van de zee. De zorg voor "droge voeten" is de oertaak van de bewoners van de "Lage Landen". Dat kan het beste gebeuren door een sterke vooral op dat gebeuren gerichte "doelcorporatie", niet door de politiek geregeerd, maar door de belanghebbenden. Ergens staat op een gedenk plaat: "Het geldt voor toen, voor nu en later, weerstaat de kracht van wind en water". Een blijvende opdracht dus! Wie aan den lijve die kracht, bijvoorbeeld in 1953, heeft gevoeld, weet het zeker: "De erfvijand slaapt nooit". 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 84