Dagbericht Er zijn ten minste twee Gezichten op Veere met een bijzondere lading, dat van Jan Heyse met de zilveren lucht en de rode winterfoto van Wim, genomen vanaf de Stroodorpse wal. Het is vooral een kwestie van omgeving, dat wat we 'impact' noemen: Veere toen, Veere nu, het Gat en het Meer, bloemen velden en fietsers op het ijs. Oók een kwestie van opvattingen over dramatiek. Tussen Stroodorpe en Kamperland vonden we eens een vogel die een vogel was. Éénmaal gaan we retour, schreef Chris van Schagen. Zijn vogel streek op Veere. Een lichte aanraking. Veere, zou daar Zeeland te vinden zijn? Of is dat verloren geraakt aan de Rattekaai met zijn malende masten aan de Bergse kant? Lag het tussen de kleibanken, de schorren van De Kaloot, de kreken, de geulen waar het water door kierde? Zoekt het zichzelf, van dag tot dag, tussen de tankschepen van Saaftinge? Wim Riemens vindt hier en daar (en af en toe) van Zeeland 'nog zo'n beetje'. Zegt-ie. En een beetje veel op de Grevelingen, als de Parnassia een begin van bloei laat zien. Vandaag zijn we vroeg naar de Grevelingen gegaan, met de boot van Staatsbos, onder aanvoering van Kees Mol. Het is een dag die regen belooft en zijn belofte niet na komt. Opzichter Eine de Kok vertelt over oerrunders en fjord enpaard en, een hengst die veertig merries te erg is en boze boeren die niet tegen stekels kunnen. Boven het water rond de Hompelvoet hoeken de sterns. Er zit veel majesteit in een kiekendief. 'Nie bewege, kieke!', sist Kees. Ik denk een zeer bijzondere vogel te zien maar het gaat om Wim. De kleine fotograaf heeft achter een gemangeld bosje zijn aluminium veldtrap bestegen, vanwege Het Overzicht. Er is een wolk die veel bederft. De fotograaf daalt naar zijn ware gestalte. De vrede graast de kudde voor. Dit moet Zeeland zijn. (16 juni, 1988) 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 97