De Ster van Walcheren De Nijhoffs en Zeeland ANDREAS OOSTHOEK 'Men kon er niets aan doen, men hield van zijn land' I^Ten lente op Walcheren, de stad in het midden. De fietsen wach ten tegen de muur van Hotel De Abdij. Binnen maakt een klein gezelschap zich op voor zijn zoveelste tour de l'ile, de bouwmees ter Oud, de monumentenman Kalf, de geneesheer Koch en de dichter Nijhoff.1 Op het eiland zullen zij, traject voor traject, het spoor volgen dat in 1715 werd uitgezet door Mattheus Gargon, predikant en rector te Vlissingen.2 Een nieuwe Walchersche Arkadia? Jan Kalf doceert over lustho ven en ambachten, J.J. P. Oud tekent de nog drempelloze dorpen, dokter Koch is stand by en de dichter Nijhoff doet aan venijnige tussensprintjes. Hij laat de 'stichtelijke bespiegelingen in zoetvoe- rigen trant' van de Arkadia voor wat ze zijn. Zijn indrukken zijn - naar blijkt - voor later. In Domburg wordt uitvoerig geravitail leerd. Arthur van Schendel plukt er der liefde bloesems en de immer reisvaardige Hongaarse lichtschilder Möricz Göth rommelt er in zijn valiezen.3 Ze wilden wel meefietsen, zeker, maar de gan- sche Ronde van Walcheren? Is dat niet wat erg veel beweging? Tijdens één van die trips rust het ploegje op het duin van Valkenisse. Kalf vraagt of Nijhoff nog steeds een huis op Walcheren wil. Het antwoord is: ja. 'Dan is hier de plek.' Een dag later is het koopcontract gesloten. Jan Vos, landbouwer te Groot Valkenisse in de gemeente Biggekerke, verkoopt een perceel grond aan de Zandweg aan de heer mr. M. Nijhoff, particulier, thans wonende te Utrecht. In 1934 wordt het huis gebouwd 'voor een kunstenaar met geprononceerde wenschen.... Het dak is gedekt met zilverkleurige verbeterde Hollandsche pannen.... De vurenhouten vloeren zijn geolied. De zolderingen zijn geschilderd. Watervoorziening: handpomp met reservoir op de vliering.... Prijsklasse: C.'.4 Op het hek wordt de naam Antoinette geschilderd: Netty (A.H.) Nijhoff-Wind geeft haar naam aan de droom van haar vriend en echtgenoot Martinus. De droom heet Vrijheid. De dichter wil, 136

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 138