AFSCHEID VAN J A C O 8 CATS
Eigenlijk was ik op zoek naar de nieuwe bloemlezing van Zeeuwse
dichters, de Zeeuse Nachtegaal. Eerder dan ik had durven denken,
deed zich de gelegenheid voor om hem om een interview te vra
gen. Geboeid door de prachtige uitgave, had ik de man achter mij
eerst niet opgemerkt.
En jongeman, kan de titelpagina u bevallen?
Ik herkende hem onmiddellijk. De man was mij door een vriend
aangewezen als de dichter en raadpensionaris van de stad, toen
we hem zagen lopen in de buurt van zijn huis aan de Noordstraat.
En nu: deze toevallige ontmoeting. Er ontspon zich tenmidden
van de boeken een gesprek over de nieuwste uitgaven in de Repu
bliek. Met enige reserve, omdat zijn tijd zo bezet was in verband
met zijn vertrek uit Middelburg, stemde hij toe in een interview.
Op zijn buitenverblijf, het Munnikenhof, in Grijpskerke.
Het huis ziet er niet
meer voornaam uit.
De lijstgevel vermeldt
het jaar 1751
Net als het naast
gelegen huis zal dit
pand in de Lange
Noordstraat een
trapgevel hebben
gehad, toen Cats
daar volgens de
gevelsteen van 1603
tot 1623 in woonde.
Zo was ik een paar dagen later te gast op zijn buiten, waar hij
zich beter thuis voelde dan in het Middelburgse stadsgewoel.
Zijn vrouw Elisabeth van Valckenburg had mij naar de boekerij
gebracht. De faam van haar schoonheid was niet onterecht.
Het was haar niet aan te zien dat zij de veertig al gepasseerd was
en zeven kinderen op de wereld had gezet. Onwillekeurig schoten
me de versregels van haar man te binnen: 'Nergens is toch iets
te vinden, waar het oog zo zoet
op speelt als op een schoon
vrouwenbeeld'.
Zij liet mij achter in de boekerij
tussen de prachtige in leer
gebonden folianten en terwijl
ik mijn blik liet gaan over de
namen van beroemde auteurs,
kwam Jacob Cats binnen. Hij
nodigde mij uit om tegenover
hem aan zijn schrijftafel plaats
te nemen en bood mij een glas
bier aan, een goed glas bier
zoals hij zei, want het kwam
nog uit de kelder van zijn
vader, die bierhandelaar was
te Zierikzee.
Wij toasten op zijn promotie tot
raadpensionaris van de eerste
stad van Holland, Dordrecht.
162