OVER grondse blad De Vrije Journalist te Hengelo) en loste De Vrije Zeeuw op in het op diezelfde datum debuterende orthodox-protestantse Zeeuwsch Dagblad (Goes), dat in 1961 ter ziele ging. Het meest actieve ondergrondse periodiek in Zeeland, Vrije Stemmen uit de Ganzestad (later gevolgd door: Vrije Stemmen uit Schouwen en Duiveland), zocht in november 1946 aansluiting bij de PZC en werd daarin onder de naam Vrije Stemmen opgenomen. Dat maakte onder meer de weg vrij voor herverschijning van de Zierikzeesche Nieuwsbode vanaf januari 1947. Naast tijdelijke staking van de uitgave van PZC en Zierikzeesche Nieuwsbode werden verschijningsverboden opgelegd aan onder meer De Zeeuw (christelijk- historisch), het Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland (katholiek), de Thoolsche Courant en de Ter Neuzensche Courant. De perszuivering was fel omstreden. Groot was de commotie rond de voorkeursbehandeling van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die zich onder hoofdredacteur Johan Huyts naar het inzicht van velen op het pad van de rechtstreekse collaboratie had begeven. De letters NRC kregen tijdelijk de geforceerde betekenis van Nationale Rotterdamse Courant en vanaf 28 juli 1945 kon de krant - na persoonlijke interventie van minister Beel en zware druk vanuit het bedrijfsleven - reeds herverschijnen. Het leidde tot hevige emo ties in en buiten kringen van het voormalig verzet en de politiek. Het Algemeen Handelsblad rolde pas vanaf I september 1945, gezuiverd en onder eigen naam, op de mat. De aanzienlijk zwartere Telegraaf kwam op 12 september 1949 opnieuw in omloop. Het te Breda verschijnende Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland zag zich wegens de al te duidelijke pro-Duitse houding in 1944 geconfronteerd met een ingreep van de r.-k. bisschoppen. Dezen lieten de beminde gelovigen weten dat die krant niet langer als katholiek dagblad mocht worden beschouwd. Onmiddellijk na de bezetting dreigden een algeheel verschijningsverbod, een naamsverbod en de liquidatie van de uitgeverij (Neerlandia). De uitgever liet de titel snel vallen: het Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland verscheen voor taan als Dagblad De Stem ('voor God, Koningin en Vaderland'). De ondergrondse pers heeft in Zeeland geen hoge vlucht genomen. Het in financiële problemen verkerende Zeeuws Nieuwsblad (in Vlissingen: 'het krantje van Wegeling') staakte de uitgave onmiddellijk na de capitulatie van Zeeland, nog vóór de Pressereferent zich had gemeld. In Goes werden vanaf einde 1943 enkele nummers vervaardigd van de Kroniek van de Maand. James Geleedst en J. van den Broek werkten tussen november 1943 en september 1944 aan deze uitgave met een topverspreiding van 25 exemplaren. Na Dolle Dinsdag werd de naam gewijzigd in Vrij Goes en steeg de oplage tot 450 exx. Het blad Vrije Stemmen uit de Ganzestad werd vanaf 1941 (aanvankelijk naamloos) verzorgd door B. Kloosterziel en S. Boerma. Zij breidden hun activiteiten uit naar Zierikzee, waar ze assistentie kregen van M.K. van der Beek die op 10 decem ber 1944 werd geëxecuteerd. Vrije Stemmen verscheen na de bevrijding boven gronds, met als voornaamste medewerker Hans Warren, en werd eind 1946 opgenomen in de PZC. In Middelburg verscheen in 1944, tot een oplage van 2400 exemplaren, de Kroniek van de Week, als voortzetting van een Leids initiatief. In de hoofdstad verzorgden de kadasterambtenaren J.A. Stroo en L.J. Geers een gestencild mededelingenblad (oplage: 200). In Souburg herdrukte Jacq de Smit vier nummers van het toen illegaal genoemde Trouw. Deze en enkele pamfletten, opgesteld door J. van Alten, werden in grote delen van 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 39