WILLEM FREDERIK DE PAGTER
vorm van serieuze journalistiek bij gekomen. De zuilen zijn weg
gevallen; kranten zijn niet meer geënt op uitsluitend christelijke,
liberale of socialistische grondslag. De overgebleven kranten
weerspiegelen echter alle stromingen in de maatschappij. Er zijn
nog steeds 37 zelfstandige hoofdredacties. De PZC met haar eigen
karakter is er een van. Dankzij het redactiestatuut kon de krant na
overname door Wegener zijn eigen identiteit niet alleen behou
den, maar door een hoofdredactioneel-directioneel beleid zelfs
versterken. Gewezen kan worden op de vergroting van de aan
dacht voor Vlaanderen, de verdieping van het regionale nieuws,
de uitbreiding van de economische kant, een vergroting van cul
turele en maatschappelijke aandachtsvelden onder andere door
middel van extra katernen en een intensivering van de politieke
signaleringsfunctie, zoals in de serie 'Affaires'. "Ja, we zijn lekker
bezig", bevestigt De Pagter, die vaststelt dat de PZC in haar regio
nale berichtgeving en begeleiding van de regionale politiek een
duidelijke rol heeft gespeeld in het samenbrengen van de 'eiland
culturen', die lang een kenmerk was, ten dele nog is, van de pro
vincie. Om die functie niet voor Midden-Zeeland te beperken zijn
Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland sterk binnen de
redactionele en acquisitieve aandacht gekomen. Met het oog op
Schouwen-Duiveland is in 1998 de Zierikzeesche Nieuwsbode
overgenomen en daarmee wellicht een bruggenhoofd naar
Goeree-Overflakkee geslagen, mocht dat eiland op termijn bij
Zeeland komen. Uit kostenoverweging (lange aanvoerlijnen,
moeilijke distributie in een dun bevolkt gebied) is Goeree-Over
flakkee voor de directeur niet aantrekkelijk, maar "we zullen onze
verantwoordelijkheid niet ontlopen", zegt hij.
Omgaan met spanningsvelden
"Familiebelangen waren een van de laatste bedreigingen om in
Nederland een dagblad te runnen, want als aandeelhouder kun je
om tal van organisatorische zaken heen fietsen". De Pagter stelt
dit in zijn algemeenheid, zonder te suggereren dat zulks al of niet
het geval was bij de PZC voor de overname door Wegener. Maar
het kan haast niet anders of het zal spanningen opgeworpen heb
ben. Hij vindt het in elk geval een goede zaak dat de beide direc
teuren-aandeelhouders van de PZC, K. Scherphuis en F. van de
Velde, de consequentie van de overname hebben getrokken door
af te treden als directeur. Hij bleef zelf als enige van de vroegere
driehoofdige leiding over. Ook in de vroegere onderlinge taakver
deling was hij als directeur Uitgeverij PZC en uiteindelijk voorzit
ter van de holdingdirectie van de drie de enige echte courantier.
In 1963 is hij, 25 jaar oud, begonnen als directie-secretaris.
48