HONDERD JAAR RABOBANK
dijkenaar, lid van de raad van toezicht. Professor G. Minderhoud,
ook Zeeuw van geboorte, is jaren voorzitter van het bestuur van
de voormalige Centrale Raiffeisenbank geweest en de Zeeuw dr.
A.J. Verhage, lange tijd lid van de raad van toezicht en later van
het bestuur van de Raiffeisenbank te Utrecht, werd na de fusie
van 1972 voorzitter van de hoofddirectie van de Coöperatieve
Centrale Rabobank. De topman van nu, drs. H.H.F. Wijffels, komt
uit IJzendijke in Zeeuws-Vlaanderen!
Grepen uit de geschiedenis van een aantal
Zeeuwse banken
Zeeuws-Vlaander en
Zoals reeds is opgemerkt gaat Zeeuws-Vlaanderen aan kop bij de
vestiging van boerenleenbanken in onze provincie. De voorzitter
van de afdeling St. Jansteen van de Zeeuwsch-Vlaamse Chris
telijke Boerenbond roept 16 augustus 1903 een vergadering bijeen
tot oprichting van een boerenleenbank. Notaris Van Dalsum uit
Hulst leest de reeds opgemaakte statuten voor waarna de notarië
le akte door eenendertig personen getekend wordt: het leden
aantal van het eerste uur. Tot voorzitter van het bestuur wordt
P.J. Ferket gekozen; tot voorzitter van de raad van toezicht
W.F. Schets en tot secretaris, tevens kassier, E.M.H. Bartz.
Hoe bescheiden het begin was, kunnen we opmaken uit het feit
dat de leningen van de eerste jaren posten waren van 25 tot
ƒ200, voor de aanschaf van meststoffen of enkele stuks vee.
In 1911 is echter al ruim 69.000 aan spaargeld ingelegd, waarvan
53.000 in de eigen gemeente aan voorschotten wordt verstrekt.
De geldzuivering
De kleine bank van Sint Jansteen groeit gestaag en wordt na de
Tweede Wereldoorlog net als alle andere banken voor een zware
opgave gesteld: de geldsanering met het 'tientje van Lieftinck'.
Met volle boodschappentassen wordt het te saneren geld
binnengebracht. Het bestuur en de raad van toezicht worden
ingeschakeld om te helpen tellen. Lichtpuntjes zijn er overal: in
een heerlijk septemberzonnetje korten de boeren de lange wacht
tijd al kaartend op het gazon. Grote sommen geld verwisselen van
eigenaar. Rouwig zijn de mensen er niet altijd om. Een vlasser die
alles verspeelt troost zich met zijn werkelijke 'spaarpot', die in de
vorm van reeds gezuiverd en bewerkt vlas - vlaslint genaamd -
onder het strovlas verborgen zit. In de grensstreek zijn natuurlijk
nogal wat kleine en grotere smokkelaars actief geweest in oorlogs
tijd. Veel van het ingeleverde geld is dus 'zwart', zodat er niet
veel mee te doen valt.
64