Drie
Seizoenen, stemmingen, een horizon van laag naar hoog, de samenhang van
groenen, de tooi der getijden. Op de kleine cour van het Huis De Hoope
bloeien de hosta's, een vleugje paars op fragiele steeltjes. In het domein van de
schilder wordt gesproken over het oudere werk als over de noodzakelijke
stappen op weg naar een eigen realiteit. Over de dwingende kleuren van
het akkerland, de ondergrond van sneeuw, stoppelstructuren en de macht
van Het Grassige. Het gaat over een leven tussen 'interessant wit' en 'inte
ressant zwart', over de duinen, de luchtdijk, materie, proces en de vaststel
ling dat het verhaal van het schilderen niet het verhaal van het plaatje kan zijn.
120 x 110, 1999. Acrylverf op doek.
106