ARTS ZONDER GRENZEN
werk te gaan verrichten. In Sluis was een deprimeerende concentratie van
teruggetrokken militairen uit Zeeland onder anderen de commandant van
het wachtschip, hetwelk door hem bijtijds aan de vlammen was prijs gege
ven. Hij was bezig met vierhonderd pontonniers te vertrekken met het doel
zich in Brest naar Engeland in te schepen; naar ik vermoed is dit gelukt.
De arme kerel was diep onder de indruk. Achteraf bleek mij dat al veel
Hollandsche troepen zuidwaarts waren gegaan. Prins Bernhard, die naar ik
later in Parijs vernam met een corps marechaussees de gehele terugtocht van
de Franschen tot Bordeaux zou hebben meegemaakt en zich daar naar
Engeland heeft ingescheept. Dit Corps moet een buitengewoon goed figuur
hebben gemaakt. In Sluis huurden wij een auto van den zelfden ouden heer
die ons vijf dagen tevoren naar Breskens had gebracht en waren denzelfden
morgen nog in Brugge. Daar bestond een verbod voor auto's dien dag,
zoodat we pas den volgenden morgen verder konden, maar er hing zoo'n
atmospheer van onrust, dat we na de lunch toen we toevallig een camion
met Bredasche refugees ontdekten voor het hotel, besloten hiermee zuid
waarts te gaan. Voor grof geld kreeg ik gedaan dat men ons meenam en dien
middag trokken we heel België door tot vlak bij de Fransche grens onder
sympathiek gekout over het Mastbosch en andere Bredasche herinneringen.
Om 5 uur waren wij in het mijnstadje Mouscron dat tegenover Tourcoing
ligt en dat stikvol réfugees was. Het bleek dat de Duitschers op dertig kilo
meter afstand waren, zoodat men druk bezig was het hospitaal enzovoorts
westwaarts te evacueeren. Ook bleek dat de Fransche grens hermetisch
gesloten was, namelijk eenmaal daags twee uren openging op een niet van
te voren bekend gemaakt punt. De nacht brachten wij door als gast van een
sympathieken behanger en 's morgens om zeven uur waren wij aan de grens
dankzij een door Annie gecharterden camion van de stadswaterleiding.
Aan de grens voor de neergelaten slagboomen ongeveer tienduizend
menschén te voet, per fiets, per auto. De gendarmen hadden order niemand
door te laten en beweerden daarvan niet te kunnen afwijken, zoolang de
inspecteur er niet was. Geleidelijk groeide de menigte en het bleek dat de
inspecteur uitbleef. Pogingen van de gendarmes en douanes om telefonisch
contact met hun chefs te krijgen mislukten en alles wees er op dat in hoogere
Fransche regionen iets niet helemaal pluis was. Tenslotte hebben zij ons,
tezamen met twee Belgische Roode Kruis verpleegsters en een Zwitser die
gouvernementsopdrachten had voor het Roode Kruis als verbandmiddelen
fabrikant, doorgelaten en arriveerden wij in jubelstemming op Fransch
grondgebied. Met z'n zessen; verder het joodje steeds als assistent bij ons.
Van Tourcoing rustig per tram naar Lille, alwaar algemeene paniek en
bommenwerpers boven de stad. Al onze pogingen om een auto te huren of te
kopen vergeefs, zoodat we tenslotte de gezamenlijke barang [bagage] torsend
westwaarts den weg opliepen gelukkig spoedig opgenomen in een leege
camion met Engelsche soldaten en daarmee gekomen tot Lens. Aldaar paniek
en wanorde; honderdduizend menschen wachtend op het station op een trein
naar Parijs die wel aangekondigd werd maar nooit verscheen. Het station
was voortdurend mikpunt van vliegtuigen, met gering succes overigens.
Wij besteedden den geheelen dag aan het kalmeeren van de volksmenigte
126