MOSSELARIJ IN PHILIPPINE Hier eet men mosselen Het kleine plaatsje Philippine kent een roerige geschiedenis. Sinds bijna vijfhonderd jaar wordt hier strijd geleverd: tegen de Spanjaarden tij dens de Tachtigjarige Oorlog, tegen de verzanding van de Braakman en tegen de politiek. Daarnaast is er de strijd van de moordende binnen- en buitenlandse concurrentie in de mosselarij. Zelfs om de smaak van de consument wordt er gestreden. De straat waar je rijdt als je Philippine vanuit de richting Hoek binnenkomt, heet Braakmanweg. Hoe toepasselijk. Hier stroomde vroeger de Braakman, de zeearm waaraan Philippine zijn ontstaan en latere economische bloei dankt. Philippine is een plaatsje als veel andere in Zeeuws-Vlaanderen. Weinig winkels, een winderig plein en uitgebreide nieuwbouwwijken met keurige twee-onder-een-kapwoningen naast frivole rietgedekte boerderettes. In mei en juni en een groot deel van de maand juli kan je er een kanon afschieten. Philippine is een typisch forensendorp. Hoe anders is het in de rest van het jaar: grofweg de periode dat de 'R in de maand' zit. "Philipinne: Mosselstad nr. 1", schreeuwen de publicatieborden je toe langs de kant van alle wegen die naar het dorp leiden. Het officiële mosselseizoen loopt van de vrijdag voor de derde maan dag in juli tot in de maand april, met als start de kermis. Dan, tijdens het mosselseizoen, ontwaakt het plaatsje. Opeens blijkt ook Philippine een parkeerprobleem te kennen en staat het gewoonlijk zo stille plein vol met auto's. De smalle polderwegen kunnen de stroom culi-toeris- ten nauwelijks aan. Als kuddedieren laten hele families zich de res taurants binnen drijven. Wachttijden van een tot anderhalf uur zijn geen uitzondering voor de ongelukkigen die dachten op de bonne fooi een 'stukje te gaan eten'. Eenmaal aan tafel worden de dampende schalen al neergezet voor dat het aperitief geserveerd is. De horeca-economie draait op volle toeren. Aanschuiven en dooreten is het devies. Hoeveel mosselen de horeca hier 'wegzet' blijft geheim, maar duidelijk is dat de restau ranthouders in Philippine geenszins een zieltogend bestaan leiden. De argeloze toerist die de menukaart vraagt kan rekenen op onbegrip van het bedienend personeel: hier eet men mosselen! "Philippine is gekend voor z'n mosselen", antwoord een Belg op de vraag waarom hij hier naar toe komt. Hoe komt het dat Philippine, dat midden tussen de boomgaarden en in een akkerbouwgebied ligt, beschouwd wordt als het luilekkerland voor mosseleters? Zozeer dat veel Belgen - thuis toch ook wel wat gewend - Duitsers en zelfs Fransen zich keer op keer een lange autorit getroosten en wachttijden op de koop toe nemen voor een maaltijd. Om de mosseldrukte in het huidige Philippine te begrijpen gaan we terug tot het prilste begin van de plaats. 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 152