ALDO VAN EYCK Het kiezen van een supervisor Hoe kwam een wethouder voor stadsvernieuwing van Middelburg in 1986, toen het fabrieksterrein van de verplaatste Vitritefabriek voor lampvoeten werd gesaneerd, in contact met Aldo Van Eyck? Op dat moment was Van Eyck al verguisd en geprezen, het eerste vooral in Nederland, het laatste overal daarbuiten. Het kosmopolitische verle den van Middelburg en het daarbij passende architectonische erfgoed verplichtte tot een daad, die paste in de stedelijke morfologie, maar die daar een modern, twintigste-eeuws element aan toevoegde. In het College van B W werd in die dagen nog steeds geworsteld met het resultaat van een ideeënprijsvraag voor het Maisbaaigebied uit 1985, diel64 inzendingen tot resultaat had gehad. Het juryrapport vermeldde enigszins beteuterd, dat er was "gezocht naar een plan met een hoge realiteitswaarde en een grote steden bouwkundige kwaliteit. Aan dit criterium voldeed echter geen der inzendingen. De eerste prijs werd daarom niet uitgereikt. De tweede en de derde prijs werden toegekend aan plannen, die er het dichtste bij kwamen". De veroorzaakte besluiteloosheid onder zo'n lawine van ideeën wordt geïllustreerd door het besluit dat vervolgens genomen werd, namelijk om het aantal premies uit te breiden en het premiebedrag te verhogen van 1.000,— tot 3.000,—. Dus vonden vier premies hun weg dankzij 'stedenbouwkundige kwaliteit en een interessante ideeënwaarde' en nogmaals vier wegens 'een hoge realiteitswaarde'. De toenmalige burgemeester Wolters schreef voor het juryrapport een 'Woord Vooraf'. Daarin constateerde hij monter: "Het centrum van aktiviteit komt nu heel duidelijk te liggen bij het gemeentebestuur"En zo geschiedde het, dat het College van B W plus een hofhouding van bekwame medewerkers zich in mei '85 terugtrokken in Papendal om zich op de toekomst van de stad te bezinnen. Daar werd de voor de hand liggende vraag gesteld: "Wat vinden we zelf van de stad en wat zouden we eigenlijk graag in de toekomst op dat Vitrite-terrein zien?" Het antwoord werd vastgelegd in de 'Streefstruktuur Vitriteterrein en omgeving'. Opvallend daarin was de uitbreiding van de jachthaven, een museumbestemming voor het V.O.C.-gebouw, dat door een extra doorsteek van de haven op een eilandje zou komen te liggen, en een hotel in zeven lagen op de kop van de Maisbaai/Loskade. Met dit streven voor ogen was de sane ring en reconstructie van het plangebied startklaar. De B.V. Oranjewoud bood aan om het gebied te ontwikkelen tegen betaling van 2 miljoen zonder verdere bemoeienis van gemeentelijke zijde. De recente herinnering aan de uitputtingsslag, die nodig was om het Geeregebied te saneren en reconstrueren, bevorderde aan vaarding van de weg van de minste weerstand, dus het aanbod van Oranjewoud. Maar al wikkend en wegend werd het bod gelukkig, alsnog, afgewezen. In die discussie bracht ik fervent in, dat we de 181

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 183