ALDO VAN EYCK
getuigden van het grootse verleden van de stad. 'En passant' merkte
hij op, dat het stadhuis volkomen verkeerd in de ruimte van de
Markt was geplaatst. Hij vond de Graanbeurs een prachtig gebouw
en hij doceerde theorieën, waar ik later meer over las en hoorde.
"Is het nu een gebouw of alleen een afdak op palen1 Als je er onder staat,
sta je dan nog wel buiten Of heeft het toch ook al iets van binnen zijn?
Het is natuurlijk wel een plek in de openbaarheid waar je bijeen kunt
komen." Het Damplein vond hij heel mooi en hij was zeer verbaasd
te horen dat het pas recentelijk was ontstaan door domweg een
huizenblok weg te breken.
Over de Graanbeurs sprak hij daarna nog vaak. Het was de bijzondere
openbaarheid van de plek, die Van Eyck fascineerde en zijn verlangen
schraagde om ooit een openbaar gebouw te maken. Zo'n plek waar
iedereen kan binnen gaan en staan zonder bepaalde kwalificatie of
vorm van voorselectie.
Hier ligt de kiem, die op termijn evolueerde tot het ontwerp van het
Centrum voor Beeldende Kunst in de Maisbaai. Het openbare
gebouw dat hij zo vurig wilde bouwen en samen met de schilder
Karei Appel ontwerpen, een samengaan "van potlood en kwast".
Het slot van deze episode was, dat het College van B W besloot om
Van Eyck een brief te schrijven met het officiële aanbod om hem als
supervisor voor de Maisbaai aan te stellen. Bij schrijven van 1 sep
tember 1986 werd daarop gereageerd met een reeks aanwijzingen
voor het ontwerp van de gereconstrueerde en uitgebreide nieuwe
Dokhaven. Opvallend is de passage aan het slot: "Gelet op mijn er
varing op stedenbouwkundig-architectonisch gebied en het feit dat ik steeds
mijn compagnon (tevens echtgenote) bij het iverk betrek en daar bijzondere
ivaarde aan hecht, stel ik een honorarium op basis van f150,- per uur voor".
Zo'n voorstel klinkt vóóroorlogs in een Middelburg, waar momenteel
de honoraria in enkele miljoenen worden uitgedrukt.
Rechterpagina, boven:
Dokhavenontwerp Aldo
van Eyck.
Rechterpagina, onder:
Streefstructuur
Vitriteterrein.
De supervisor en de Dokhaven
Wie vandaag de dag een wandeling maakt langs de Loskade, Mais
baai en rond de Dokhaven, kan zich niet voorstellen hoe desolaat dit
gebied er toen bij lag. Het fabrieksterrein van de Vitrite was geheel
van prikkeldraad voorzien, omrasterd en 's avonds door lampen
geel-oranje verlicht. Aan de twee ingangen van het complex waren
portiersloges met personeel in uniform. Op de kop van de Dokhaven,
uitkomend op de Dokstraat en Oude Werfstraat, hield een bouwma-
terialenbedrijf manmoedig het hoofd boven water. Langs de achter
zijde van de Kinderdijk liep een smal pad, dat doodliep op de
Dokbrug en dat bovendien verboden verklaard was voor onbevoeg
den vanwege de watersportvereniging 'De Arne'.
De 'Streefstruktuur Maisbaai' beoogde alle oevers terug te geven aan
184