ALDO VAN Y C K Supervisor Van Eyck op inspectie in de Maisbaai. 17 augustus 1990. (Op de rug gezien Lucien Lafour) de openbaarheid en een einde te maken aan het gebied als bij wijze van spreken de ideale plek voor het geruisloos laten verdwijnen van goederen en personen. Van Eyck kwam in dienst van het gemeentebestuur van Middelburg en kreeg de opdracht het stedenbouwkundig plan te ontwerpen en de supervisie uit te oefenen over de architectonische ontwerpen. Voortvloeiend uit de samenwerkingsovereenkomst die de gemeente in 1987 sloot met de ontwikkelaar 'Maisbaai -Combinatie', verkreeg Van Eyck in de praktijk het bindend adviesrecht over de keuze van de architecten. Minder geïnspireerd door verlangen naar steden bouwkundig of architectonische esthetica, alswel voortgedreven door een platte behoefte aan kwantiteit, mocht de Woningbouwvereniging Middelburg op basis van haar primaat zich onttrekken aan het geko zen regiem. Het bouwkundig resultaat kreeg daardoor niet de kwali teit die alleszins mogelijk was geweest. Maar dit terzijde. Door Van Eyck een spilfunctie te geven in het ontwerpproces nam het College van B W, gesteund door de gemeenteraad, de belang rijkste beslissingen, die bepalend zouden zijn voor de uiteindelijke vormgeving van het plangebied in al zijn functionele details. De nieuw te graven uitbreiding van de Dokhaven werd door Van Eyck opgeschoven in de richting van de kop van de Dokhaven, zodat er een brede bouwkavel ontstond langs de Maisbaai. De situering van het V.O.C.-gebouw op een eilandje, verbonden met een nieuwe extra brug, kwam zo te vervallen. Het niveauverschil tussen maaiveld en waterpeil in de Dokhaven werd overbrugd door een tussenniveau te introduceren. Dat werd een ruim wandelpad rondom de haven, op een zodanige hoogte dat zonder klauterpartijen van een schip op de wal en omgekeerd kon worden gestapt. Vormgeving en functie 186

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 188