ALDO VAN EYCK Rechterpagina: Van Eycks schetsontwerp voor het museum. Het is speciaal voor de auteur ingekleurd (22 mei 1991). De historische binnenstad kende geen vrijstaande alzijdig gerichte woongebouwen en men was bovendien juist doende de hoge flats in Middelburg-Zuid af te toppen! Het argument van de architecten was, dat elke woning een gelijk waardig uitzicht zou hebben in combinatie met de bezonning. In een consequent volgehouden blokbebouwing was daaraan niet te voldoen. De hoekpercelen vormen dan altijd een probleem. Van Eyck, onkundig van de spontaniteit van zijn architecten, maakte hen achteraf het verwijt dat zij met onvolledige plannen de confron tatie hadden gezocht en daarmee veel onheil over zichzelf hadden afgeroepen. Maar hij bleef achter hen staan en het principe van de aangedragen keuze steunen. Terugblikkend (Oostkerk 15 mei 1992 zei hij over het supervisor schap dat de gemeente hem had aangeboden: "....Ik kon in ieder geval zelf interpreteren wat een supervisor is. Nu is een supervisor verschrikkelijk, dan zit je mensen op hun vingers te tikken, te kijken en dat vind ik helemaal mijn rol niet. Daarom ben ik eigenlijk nooit supervisor geweest. In ieder geval heeft Middelburg de primeur dat ik de eerste keer sedert ik, hoe lang woon ik in Nederland niet, hoe lang ben ik bezig? Vreselijk lang in ieder geval, veertig vijftig jaar geleden, dat ik ergens ooit gevraagd ben om supervisor te zijn en niemand heeft dat gevraagd, of ze waren nooit zo verstandig ofte dom om dat te doen. Middelburg was dus de eerste stad die dom genoeg was of verstandig genoeg was om te zeggen die man die neem ik als supervisor en die haal ik uit die verdorven stad Amster dam hierheen.... U kunt zelf bijvoorbeeld een voorstel doen voor de architecten die daar te werk zullen gaan. Dat is dus meestal niet een supervisor die dat beslist, die hoort dat gewoon te ordenen, te registreren en die namen komen uit andere krachten, die bepalen de namenDus ik had verdorie al die huisjes kunnen bouwen als ik niet zo dom was geweest het aan anderen te vragen. Enfin, dat vond ik niet goed te combineren met mijn supervisor schap.... Dus we haddeii de keuze zelf. Wie doet het nou? Met welk palet, met welk figuur, met welke mensen kan je dat maken? Nou je kunt zien hoe het geworden is. Inderdaad. De schrale bouwstrookjes uit eerste schetsen ondergingen een metamorfose en kwamen in beweging op plattegronden, die Lafour/Wijk typeerden als 'waaiervormen' en 'vlinders'. Het gebied werd zodoende open en toch gesloten, hoog en laag, hol en bol. De gevels zijn anders, maar altijd gelijkwaardig. Hier werken de 'milde raderen van de reciprociteit' op een wijze waar Van Eyck voortdurend op wees. Eén kavel wenste Van Eyck voor zichzelf te reserveren en dat was de kavel voor de 'openbare culturele bestemming met een bovenwijkse functie', waarvan sprake was in het bestemmingsplan Maisbaai. De realisering daarvan in het V.O.C.-gebouw viel al spoedig af. 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 192