DE DELTA Schiereck is nogal laconiek over die eroderende platen: "De Oosterschelde is nu een nationaal park. Doe maar aan park- onderhoud. Breng het materiaal vanuit de geulen maar weer terug op de platen. Van deze morfologische veranderingen was overigens bekend dat ze zouden gaan optreden. Maar misschien hebben we daar tegenwoordig meer moeite mee dan toentertijd." Een ander punt waar op gestudeerd wordt, is het weer toelaten van zoet water achterin de Oosterschelde. Op die manier wordt de Oosterschelde in plaats van een schone maar voedselarme zeearm weer een estuarium. Colijn: "Laten we nu niet doen alsof de bouw van de compartimen- teringsdammen een domme zet was. Door die dammen is de bodem van de Oosterschelde schoon, denk nog even aan het Haringvliet. Die schone bodem hebben we op een koopje, want de compartimen- teringsdammen hebben maar een fractie gekost van wat de sanering van de hele Oosterscheldebodem zou kosten." Het zout-zoetscheidingssysteem in de Krammersluizen wordt alleen nog gebruikt om zout water te weren uit het Zoommeer. Het zoete water dat vanuit dat meer tijdens het schutten naar de Oosterschelde stroomt, wordt niet meer tegengehouden. Saeijs: "Meer zoet water achterin de Oosterschelde betekent ook meer organisch materiaal en dus een hogere productiviteit. Dat leidt tot meer vis, meer bodemdieren, meer schelpdieren." "Kijk," vervolgt De Krammersluizen van uit de lucht. De bekkens rechtsonder zijn onder deel van het zout- zoet scheidingssysteem. (Foto Meetkundige Dienst R.W.S.) 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 23