OOSTERSC HELDE
De Plompe Toren van
Koudekerke (Schouwen).
De geringschatting van de waarde van de anaforische sporen is een
groot gebrek. Wanneer deze categorie van veelal weinig exacte en
samenhangende gegevens meer bij de weging van archeologische
waarden werd betrokken, zou ondanks de 'ruis' in de anaforische
informatie een veel vollediger en evenwichtiger beeld ontstaan.
Een voorbeeld buiten het Verdronken Land van Zuid-Beveland is
het Zuidland van Schouwen, waarvan we als concreet monument
vrijwel alleen de Plompe Toren van Koudekerke bezitten; de rest
van dit enkele kilometers brede, met talrijke dorpen bezette gebied
is - grotendeels spoorloos - verzonken in de geul de Hammen (in
1475 lag de zeedijk nog zo'n drie kilometer van Koudekerke verwij
derd). Die Plompe Toren, afgezien van zijn monumentale en huidige
waarde als Infocentrum van Natuurmonumenten, wint door het
activeren van het bewustzijn van de 'verleden' aanwezigheid van
dit Zuidland, nóg eens enorm aan betekenis.
Archeologische complexen waarover slechts onzuivere en vage
kennis beschikbaar is, worden tijdens de 'reis' door verschil
lende stadia van inventarisatie en classificatie uit het voor
beleid vatbare databestand gefilterd. Waarbij dus voor
altijd de kans verkeken is, om uit die onzuivere gegevens
van het anaforische kennisbestand hoogwaardiger infor
matie te destilleren, of er de betekenis van andere, meer
concrete archeologische sporen mee te verrijken.
Diverse aanpak
Hoe mooi ambitieuze projecten als Belvedere in principe
ook zijn, de concrete beschutting van het erfgoed moet
toch eerst en vooral ter plaatse geïnitieerd worden,
door middel van een veelheid van maatregelen en
activiteiten: fysieke inspectie, gemeentelijke verorde
ningen, het ad hoe vragen om aandacht bij instellin
gen en diensten. Vooruitgang is hier zeker te bespeu
ren. Zo zijn er op verschillende locaties inmiddels
detectorverboden van kracht, om schatgraverij tegen
te gaan; begin 1999 ging zo'n verbod in op het ter
rein van Valkenisse onder Waarde. Ook overlegt
i men inmiddels hoe, bij de bestaande controles in het
Oosterscheldebekken, het toezicht op naleving van
de Monumentenwet kan worden gekoppeld aan
dat in het kader van de Natuurbeschermingswet,
ga Dat zijn goede ontwikkelingen, evenals het stellen
van expliciete voorwaarden ter bescherming van
het archeologisch erfgoed bij het verlenen van
duikvergunningen, aangevuld met voorlichting.
Wezenlijk blijft intussen de vergroting van het
46